Wanneer je als student vroeger een presentatie moest voorbereiden, ging je in de bibliotheek op zoek naar een boekje waar alles in stond. Met dat boekje bereidde je je voor. Tegenwoordig bereiden studenten zich heel anders voor. Ze zoeken hun informatie op internet en lezen het digitaal. Ook bij het aanbieden van lesmaterialen maken we steeds vaker gebruik van het internet. In plaats van een lesboek, krijgt de student nu steeds vaker de opdracht: ‘zoek uit op internet wat de beste manier is om…’ Studenten maken graag gebruik van internet en zullen daar in de toekomst ook mee werken, dus: een win-win situatie. Er is dan nog één struikelblok waar we rekening mee moeten houden: het digitaal lezen.

We gebruiken het internet dagelijks om te zoeken naar informatie. Voor het werk, voor school of voor ons plezier. Ook studenten zijn er iedere dag mee bezig en scholen sluiten zich graag aan bij technologische ontwikkeling. Onderzoek in Amerika (Purcell et al 2012) toonde aan dat meer dan 95% van de docenten het internet gebruikt in de lesopdrachten. Dat is ook heel logisch. Het internet is een waardevolle bron van informatie. Boeken zijn vaak al weer verouderd wanneer ze worden uitgegeven. Actueler dan het internet krijg je het niet.

Studenten worden vaak ondersteund bij het gebruik van het internet, met behulp van lessen in mediawijsheid. Maar digitaal lezen, is daar meestal geen onderdeel van. Dat terwijl onderzoek duidelijk laat zien dat digitaal lezen behoorlijk wat lastiger is dan het zogenaamd lineair lezen.
Teksten op het internet zijn meestal verdeeld over meerdere pagina’s, waarin vaak wordt gelinkt naar andere pagina’s met nog veel meer informatie. Terwijl één pagina in beeld is, is er een enorme hoeveelheid aan informatie niet zichtbaar. Je kunt niet direct zien hoe groot de informatiebron is en hoe deze is georganiseerd. Gelukkig hoef je meestal niet alles te lezen voor een lesopdracht en ben je op zoek naar specifieke informatie, maar het kan voorkomen dat je die informatie niet vindt omdat je niet de juiste pagina’s opent. Navigeren door de informatie is belangrijk en vraagt iets van de vaardigheden van de leerling.

Onderzoek van Hahnel et al (2016) laat zien dat leerlingen om digitale teksten te kunnen lezen, ook computervaardigheden en informatievaardigheden nodig hebben, zodat ze beter digitale teksten kunnen begrijpen en de relevante informatie kunnen vinden. Hoe ga je om met de omgeving en beslis je of de beschikbare informatie nuttig is?
Je zou denken dat dit wel vanzelf gaat wanneer mensen steeds vaker op hun telefoon of recreatief digitaal lezen. Ook zeggen docenten vaak: mijn studenten zijn handiger met het internet dan ik. Nu kunnen hun technische vaardigheden wel beter zijn, maar onderzoek laat zien dat dit niet helpt bij het digitaal lezen en pleit voor het aanbieden van computervaardigheidstrainingen en extra ondersteuning.

Hoe kun je leerlingen helpen bij het omgaan met de digitale informatie?
Brand-Gruwel et al (2005) hebben veel handreikingen gedaan rondom media-wijsheid. Het onderzoek van Hahnel laat zien dat het verbeteren van de vaardigheid in het verzamelen van informatie, ook het digitaal lezen verbetert. Om dit te verbeteren bieden zij de volgende systematiek aan:
1. het verhelderen van de zoekvragen;
2. het bepalen van de zoekstrategie;
3. het beoordelen en selecteren van informatie;
4. het bestuderen van de gevonden informatie;
5. het presenteren van de informatie door middel van bijvoorbeeld een werkstuk.

Afhankelijk van de doelgroep kun je hiervoor proceswerkbladen gebruiken. Op deze website vind je hierover meer informatie.

Het aanbieden van digitale informatie is handig, actueel en in enorme hoeveelheden beschikbaar. Het is belangrijk om als docent je af te vragen of het altijd nuttig is. Bied je een zee aan informatie aan, omdat je wilt dat de student zelf de informatie kritisch beoordeelt of zijn zoekvaardigheid verbetert? Of is het slimmer om zelf de informatieselectie te doen en een document aan te reiken?

Bronnen:
Brand-Gruwel, S., Wopereis, I. & Vermetten, Y. (2005). Information problem solving by experts and novices: analysis of a complex cognitive skill. Computers in Human Behaviour, 21, 487-508
Hahnel, C., Goldhammer, F., Naumann, J., & Kröhne, U. (2016). Effects of linear reading, basic computer skills, evaluating online information, and navigation on reading digital text. Computers in human behaviour, 486-500.
Kanniainen, L., Kiili, C., Tolvanen, A., Aro, M., & Leppänen, P. H. (2019). Literacy skills and online research and comprehension: struggling readers face difficulties online. Reading and Writing, 32(9), 2201-2222.
Keskin, H. K., Baştuğ, M., & Atmaca, T. (2016). Factors Directing Students to Academic Digital Reading. Education & Science/Egitim ve Bilim, 41(188).
Purcell, K., Rainie, L., Heaps, A., Buchanan, J., Friedrich, L., Jacklin, A. & Zickuhr, K. (2012). How teens do research in the digital world. Pew Internet & American Life Project.


Het Nederlands onderwijs is heel toetsgericht. Er hangt veel af van de toetsprestaties van mensen. Het is dus niet verrassend dat toetsangst een probleem is voor veel studenten. Een probleem dat ervoor zorgt dat de prestatie van studenten lager wordt, wanneer er meer stress wordt ervaren. Maar het is niet alleen een probleem van de student. Ook onderwijsprofessionals maken zich er zorgen over. Hoe kun je beslissingen nemen, wanneer prestaties die worden geleverd niet representatief zijn voor de competenties van de studenten? Toetsangst verminderen is dus heel belangrijk. We geven je hiervoor 8 tips.

Onderzoek laat zien dat er een curve-relatie bestaat tussen angst en prestatie. Dat betekent dat een redelijke hoeveelheid stress ook een motiverend effect kan hebben. Het kan studenten motiveren om effectief te studeren en hun best te doen. Maar wanneer de angst een bepaald niveau overstijgt, verlaagt het de prestatie. Het is dus belangrijk om te werken aan het voorkomen en verminderen van toetsangst bij studenten. Dit helpt om de validiteit van je toetsresultaten te vergroten. Je meet tenslotte niet of studenten in staat zijn om onder extreme druk nog goed te presteren, je wilt meestal iets anders meten (namelijk de competentie).

Er is veel onderzoek gedaan naar het verminderen van toetsangst. Onderzoekers geven de volgende tips:

  1. Studenten met toetsangst kunnen baat hebben bij ontspanningstrainingen. In veel scholen wordt dit opgepakt door een interne medewerker die een aantal simpele ontspanningsoefeningen kan aanleren.
  2. Angstige studenten zijn sneller afgeleid door geluid en/of visuele prikkels dan niet angstige studenten. Voor deze studenten is het dus extra belangrijk om eventuele verstoringen zoveel mogelijk te beperken.
  3. Maak van de toets geen levensbelangrijke situatie. Hoewel het logisch is om te laten weten hoe belangrijk de toets is, help je studenten niet wanneer je ze aangeeft dat dit de belangrijkste toets is die ze in hun leven gaan maken en waar hun hele toekomst vanaf hangt.
  4. Bied voorafgaand aan de toets een moment waarop je de hoofdstukken die getoetst gaan worden, nog eens op hoofdlijnen doorneemt. Of doe dit digitaal door puntsgewijs aan te geven waarop getoetst gaat worden.
  5. Sorteer de vragen in de toets van makkelijk tot moeilijk, zodat de toets begint met de eenvoudige vragen. Je voorkomt daarmee plotselinge stijging van angst tijdens de toets. Wanneer de eerste vraag al heel lastig is, krijgt de student te maken met een plotseling gebrek aan vertrouwen. Dit kun je voorkomen door de eenvoudige vragen als eerste te stellen. Dit heeft wel wat technische nadelen doordat je je vragen meestal presenteert per onderwerp. Probeer dan binnen het onderwerp te sorteren van eenvoudig naar moeilijker.
  6. Wanneer het mogelijk is, verspreid de toets dan over kleinere toetsen die je gedurende het schooljaar al afneemt. Hiermee voorkom je dat alles afhangt van die ene toets en dat ene moment.
  7. Bereid je studenten voor op het maken van de toets door ze wat toets-strategieën aan te leren. Een voorbeeld hiervan is dat je de studenten eerst de vraag laat beantwoorden, voordat ze naar de antwoordmogelijkheden kijken. Ook is het belangrijk dat studenten voordat ze de summatieve toets maken, eerst al hebben kennis gemaakt met het de toetssoftware.
  8. Wanneer de studenten gaan zitten voor de toets en klaar zijn om te beginnen, voorkom dat je in onnodige discussies terecht komt. Ga geen nutteloze praatjes aan, maar laat ze snel beginnen.

Bron: Reynolds, C. R., Livingston, R. B., Willson, V. L., & Willson, V. (2010). Measurement and assessment in education. Upper Saddle River: Pearson Education International.


De tekst is af, de opdracht is duidelijk beschreven, nog even een leuk plaatje erbij, misschien nog een filmpje en klaar! We doet het heel vaak. We kleden ons lesmateriaal mooi aan. En nu het digitaal wordt aangeboden, dan maken we daar graag gebruik van. Toch is het belangrijk om daar vooraf goed over na te denken. Wees zorgvuldig met het inzetten van multimedia voor leermaterialen. Het kan ook enorm in de weg staan.

De laatste jaren is er een flinke hoeveelheid onderzoek geweest over leren met multimedia. Gebaseerd op de resultaten zijn er verschillende aanbevelingen gekomen over hoe tekst, afbeeldingen en andere multimedia gepresenteerd moeten worden om het leren te stimuleren.

Vooral de Cognitive Theory of Multimedia Learning (CTML) van Mayer en zijn collega’s is de meest bekende theorie over de inzet van multimedia.

De principes van Mayer bouwen voort op eerdere theorieën over het opslaan van informatie in ons geheugen.

Gebaseerd op een aantal basisprincipes werkte Mayer 7 ontwerpprincipes uit, waarin hij adviezen geeft over het toepassen van multimedia in onderwijsmateriaal. Met het volgen van deze principes zou het leren met behulp van multimedia maximaal ondersteund worden.

  1. Het multimedia principe

Dit principe houdt in dat studenten beter kennis verwerken, wanneer tekst verrijkt wordt met beelden.

Dus vooral multimedia inzetten waar dat kan.

  1. Het ‘spatial contiguity principe’

De beschikbare afbeeldingen moeten zo dicht mogelijk bij de bijbehorende tekst staan. Zodat de tekst en de afbeelding geïntegreerd opgenomen kan worden.

Dat betekent dat we de tekst en bijbehorende multimedia dicht bij elkaar moeten plaatsen. In de praktijk zie je dat informatie soms verdeeld over verschillende pagina’s.  Dan lezen we eerst de tekst en zien we een pagina later de bijbehorende afbeelding. Dat is niet effectief. Plaats het zoveel mogelijk op één pagina. Denk na over wat bij elkaar hoort en in één keer opgenomen moet worden.

  1. Het ‘temporal contiguity principe’

Het leren wordt effectiever wanneer de tekst en bijbehorende multimedia simultaan wordt aangeboden. Dat betekent dat de student kijkt naar de afbeelding en tegelijkertijd de bijbehorende audio moet horen. Hierbij gaat het vooral om de combinatie van visuele en auditieve informatie. In een filmpje gebeurt dat automatisch. Wanneer een student moet luisteren naar een audio-fragment, dan is het belangrijk om eraan te denken de bijbehorende afbeelding(en) op hetzelfde moment te tonen.

  1. Het modaliteitsprincipe

Dit principe stelt dat audio effectiever is dan tekst. Dat betekent dat je lange teksten wellicht beter ingesproken kunt aanbieden als audio fragment. Dit principe is gebaseerd op de werking van het werkgeheugen. Informatie komt binnen via het sensorisch geheugen en gaat vervolgens naar het werkgeheugen. Hier wordt de binnengekomen informatie verwerkt om daarna opgeslagen te worden in het lange termijn geheugen. De verwerking in het werkgeheugen gebeurt met behulp van twee kanalen. De fonologische lus die de auditieve informatie verwerkt en het visio-spatieel kladblok die de teksten en beelden verwerkt.

Het probleem met het werkgeheugen is dat het maar beperkte capaciteit aankan. Bied je teveel informatie aan, dan wordt er maar een kleine selectie verwerkt door het werkgeheugen en opgeslagen. De rest is dan verloren gegaan. Er is voor het werkgeheugen al vrij snel sprake van overbelasting. Daarom wil je de twee kanalen ten volste benutten. Wanneer je tekst en afbeeldingen aanbiedt, vindt de verwerking alleen plaats via het visio-spatieel kladblok. Wanneer je in plaats daarvan de tekst vervangt door audio, belast je beide kanalen. En maak je efficiënter gebruik van de capaciteit van het werkgeheugen.

Er is veel onderzoek gedaan naar het modaliteitsprincipe. Het effect kan teniet worden gedaan door details. Bijvoorbeeld het stemgeluid en het niet opnieuw kunnen beluisteren van de audio kunnen juist een negatief effect geven. Het is dus vooral belangrijk om het in te zetten wanneer dat logisch lijkt.

  1. Het coherentieprincipe

Leermaterialen zijn optimaler wanneer er geen overbodige informatie aan is toegevoegd. Je moet dan denken aan het leuke achtergrondgeluidje in een video of de opmaak van de e-learning omgeving. Alle informatie die afleidt van de daadwerkelijke lesstof, veroorzaakt onnodige belasting van het werkgeheugen en moet je dus zoveel mogelijk voorkomen. Dat betekent dat je dus toch niet die grappige smiley ertussen plakt. Volgens het coherentieprincipe is een saaie opmaak, juist een hele ondersteunde opmaak.

  1. Het redundantieprincipe

Volgens dit principe is het niet wenselijk om dezelfde informatie tegelijkertijd twee keer te presenteren. Je moet hierbij denken aan bijvoorbeeld de filmpjes waarin je de gesproken tekst ook onderin het scherm mee kunt lezen. Onderzoek van Mayer toonde aan dat het effectiever is om dit niet te doen. Studenten kunnen niet goed focussen wanneer er op zoveel manieren informatie binnenkomt via het sensorisch geheugen. Je kunt dus niet echt goed luisteren, wanneer je ook geneigd bent om te lezen en tegelijk ook naar het beeld moet kijken. Dat gaat ten koste van één van de aangeboden informatiebronnen. Dat betekent dat je de overbodige informatie (de tekst die gelezen kan worden) achterwege laat.

  1. Het principe van individuele verschillen

Het effect van de hierboven beschreven principes verschilt per student. Onderzoek laat zien dat deze principes een grotere impact hebben op studenten met veel ruimtelijk inzicht en weinig voorkennis.

Bron: Mayer, R., & Mayer, R. E. (Eds.). (2005). The Cambridge handbook of multimedia learning. Cambridge university press.

 

De werking van onze hersenen heeft een groot effect op studieresultaten. Vind je dit interessant en wil je hier meer over weten? Kom dan naar ons Paragin Event op 27 februari ‘leerprincipes van het brein.’ 

 

 


Een mooi moment om terug en vooral ook vooruit te kijken!

Het is 20 jaar geleden dat Paragin werd ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, in eerste instantie als ontwikkelaar van websites. Rond 2007 werden de eerste stappen gezet in de wereld van toetsen en examineren in het MBO. Inmiddels richt Paragin zich op het met software ondersteunen van groei en ontwikkeling van mensen en organisaties. Met softwareplatforms voor onder andere digitaal toetsen, het ondersteunen van online opleidingstrajecten, het uitvoeren van EVC- trajecten en het vormgeven van loopbaan- en talentontwikkeling, is er een brede basis om mensen te helpen het beste uit zichzelf te halen.

De afgelopen jaren hebben we een mooie groei meegemaakt. We zijn trots op onze platforms, die door de jaren heen steeds completer zijn geworden. Veiligheid en betrouwbaarheid zijn hierbij altijd heel belangrijke thema’s geweest. In dit kader is onder andere de ISO 27001 certificering behaald, nu alweer vier jaar geleden. Het team is natuurlijk gegroeid, zowel qua omvang als qua soorten functies, waardoor er bijvoorbeeld sinds een paar jaar een servicedesk voor onze klanten klaar staat. Er is veel kennis in huis die we graag delen, bijvoorbeeld op onderwijskundig gebied en over de markten waarbinnen we werken. Daarnaast proberen we te ondersteunen, enthousiasmeren én inspireren middels onze nieuwsbrief en gratis events en workshops. Naast veel nieuwe gebruikers van onze platforms, zijn we ook heel blij met de organisaties waarmee we na vele jaren nog steeds met veel plezier samenwerken.

Groeistuipen en kernwaarden

Ook de komende jaren verwachten we deze groei door te zetten. We doen ons best om te groeien op een manier die bij ons past. Dat brengt groeistuipen en groeipijnen met zich mee. Er is niet meer evenveel tijd per project als vroeger, niet iedereen weet meer alles, en er is meer interne communicatie nodig om iedereen op de hoogte te laten zijn. We willen zo goed mogelijk blijven voldoen aan de verwachtingen van mensen die soms al ruim tien jaar met ons samenwerken, wat af en toe een flinke uitdaging kan vormen omdat we nu meer op een werkdag moeten doen dan vroeger. Ook qua communicatie en mensen goed informeren brengt een grotere schaal weer nieuwe uitdagingen met zich mee. We hebben daar goede ideeën voor en werken daar al enige tijd hard aan, maar het blijven aandachtspunten naar de toekomst toe.

We blijven het belangrijk vinden dat mensen graag met ons en onze producten (blijven) werken. En dat onze kernwaarden herkenbaar blijven, of je nu advies krijgt over hoe we je kunnen ondersteunen met onze software, je een servicedesk medewerker spreekt, een van de trainingen bijwoont of belt over een factuur. Klanten mogen van ons verwachten dat ze vriendelijk te woord worden gestaan. En dat wij open, betrouwbaar en integer zijn. Of het nu gaat om veiligheid van gegevens binnen onze platforms, de dingen die besproken worden met Paragin- medewerkers of de beschikbaarheid van de software.

Kenmerkend voor Paragin is en blijft ons tariefmodel, waarbij je énkel betaalt voor daadwerkelijk gebruik en bijvoorbeeld niet voor hosting, setup, training, onze servicedesk of onderwijskundig advies. We willen graag prettig en langdurig samenwerken. Onze klanten vooruit helpen en het verschil kunnen maken. Natuurlijk middels mooie, betrouwbare en flexibele software, maar ook door een goed advies, meedenken waar nodig, en het leggen van verbindingen tussen mensen en organisaties.

Nieuwe collega’s en nieuwe workshops

In 2020 verwachten we flink te groeien qua aantal medewerkers. Onlangs is Simone er op de Servicedesk bij gekomen en per januari zijn Naziha en Stefano begonnen, twee ervaren nieuwe programmeurs. Ook zijn we bezig met uitbreiding van het team dat nieuwe klanten helpt met implementatie van de software. Wanneer een nieuwe omgeving klaar staat voor jou als klant, mooi vormgegeven in je eigen huisstijl, en je gaat aan de slag met het vullen en in gebruik nemen hiervan, dan adviseren en ondersteunen we hier bij waar mogelijk. Persoonlijk, en per mail, telefonisch en ook steeds meer via video conferencing.

Aansluitend starten vanaf februari maandelijks algemene workshops voor onze platforms RemindoToets, RemindoContent en MijnPortfolio.nl. We lichten tijdens deze bijeenkomsten telkens voor één van onze producten de (basis)functionaliteiten toe en vertellen je hoe je zo optimaal mogelijk van onze software gebruik kunt maken. Nieuwe gebruikers zijn natuurlijk welkom, maar zeker ook bestaande gebruikers die een opfrisser of wat extra ondersteuning kunnen gebruiken.
Deze trainingen worden gegeven naast de al bestaande Paragin Events, die wat bredere onderwerpen bevatten. Deze trainingen en workshops blijven kosteloos, als onderdeel van onze service naar onze klanten en partners.
Ook zullen we gaan werken aan een kennisbank binnen onze platforms, om als gebruiker makkelijke informatie over de werking en mogelijkheden van onze producten te kunnen vinden.

Nachtrust bieden en nieuwe ideeën ontwikkelen

Verder willen we kijken of we onze uptime van 99.96% (op basis van 24/7 over al onze producten) nog verder omhoog kunnen brengen, door nog meer (externe) risico’s verder uit te sluiten. Hoewel het uptime percentage al erg hoog is en we een scala aan maatregelen tegen de effecten van downtime hebben getroffen, realiseren we ons dat ook een kleine periode aan downtime enorm vervelend is voor onze klanten en gebruikers. We willen onderzoeken of we hier nog meer in kunnen betekenen.

Natuurlijk wordt er ook verder ontwikkeld aan onze software. We houden de markt scherp in de gaten, luisteren naar wensen en ideeën van onze gebruikers en combineren dit met onze eigen visie. Op deze manier besluiten we waar we het komende jaar met plezier aan gaan werken.

Er ligt met 2020 dus weer een spiksplinternieuw jaar vol mooie en uitdagende plannen op ons te wachten. We kijken er naar uit om onze ontwikkeling verder vorm te geven, waarbij we natuurlijk heel graag in contact blijven met onze bestaande klanten en partners, op een steeds grotere schaal nieuwe klanten mogen verwelkomen, en verder onderzoeken hoe we samen kunnen blijven groeien!


MijnPortfolio.nl is constant in ontwikkeling. Updates en nieuwe functionaliteiten binnen het platform delen we graag proactief met de gebruikers. Elke maand kun je bekijken wat er nieuw is. Benieuwd waar je dit kunt vinden?

Het is mogelijk om vanuit de rol van beheerder te bekijken welke functionaliteiten en updates er de afgelopen maand zijn gedaan aan MijnPortfolio.nl. Wanneer je bent ingelogd in je omgeving en gaat naar menu ‘Instellingen’, kom je op tabblad ‘Functionaliteiten en updates’. Na het aflopen van de maand, zullen we hier zo spoedig mogelijk een nieuwe update plaatsen van waar we de afgelopen maand aan gewerkt hebben.

MijnPortfolio.nl is een ontzettend veelzijdig platform. De meer dan 75 verschillende modules kunnen ingezet en gecombineerd worden, om een omgeving op maat in te richten en zo ter ondersteunen bij elke werkgerelateerde uitdaging. We melden op de ‘Functionaliteiten en updates- pagina’, álle updates en nieuwe functionaliteiten die we toegevoegd hebben. Je zult dus platformbrede ontwikkelingen lezen en niet alleen ontwikkelingen rondom modules die je zelf gebruikt.

Wanneer je werkt met een hoofdomgeving en verschillende sub-omgevingen, dan zul je de functionaliteiten en updates-pagina alleen vinden als beheerder in de hoofdomgeving.

Heb je vragen over (ontwikkelingen in) MijnPortfolio.nl? We helpen je graag verder!


Paraginner Willeke van Essen is onderwijskundige en volgt daarnaast de masteropleiding ‘Toetsdeskundige’ bij Fontys Tilburg. Haar kennis zet ze graag in voor gebruikers van Paragin software, maar wat houdt deze opleiding eigenlijk in?

Een onderwijskundige kan op veel activiteiten in het onderwijs ingezet worden. Willeke haar ervaring als onderwijskundige ligt vooral op het gebied van het ontwikkelen en verbeteren van opleidings- en leertrajecten.
“Ik rondde mijn opleiding Onderwijskunde al af in 2011. Dat was nog voordat de commissie externe validering examenkwaliteit hoger beroepsonderwijs een groot onderzoek deed naar de examenkwaliteit in het HBO en daarmee veel in beweging bracht rondom examinering in het onderwijs. Ik denk dat er nu veel meer aandacht besteed wordt aan examinering in de onderwijskunde-opleidingen, maar dat was helaas nog niet in 2011. Gelukkig kon ik me als voorzitter van de examencommissie in het MBO nog wat bijscholen op dit gebied, maar de kennis die ik nu heb over toetsing had ik daarmee nooit kunnen verwerven.”

Vorig jaar is Willeke begonnen aan de opleiding ‘Toetsdeskundige’ bij Fontys in Tilburg. “Het is een hele klus, maar ik ben blij dat ik de stap heb gezet en de masteropleiding tot Toetsdeskundige ben gaan volgen.
In het onderwijs worden we ons steeds bewuster van de noodzaak van toetskwaliteit en de borging ervan. Onze klanten krijgen daardoor ook steeds meer verstand van toetsen. Dat is een mooie ontwikkeling. Het is daarom belangrijk om ons als Paragin verder te specialiseren op dat gebied. Zodat we onze klanten kunnen voorzien van gedegen en professioneel advies. Op die manier kunnen we gebruikers van onze software ondersteunen en verder helpen.

Zodra je besluit als opleider om technologie in te zetten voor het afnemen van examens, komen veel kwesties op tafel. De praktijk leert ons dat er vraagtekens komen te staan bij alle handelingen in het proces die men voorheen zomaar deed. Wie beoordeelt de opdrachten? Is dat één beoordelaar of zijn dat er meer? En doen ze dat dan op basis van een steekproef of is dat alle keren? Als er verschil is tussen de beoordelingen, hoe wordt dan bepaald wat het eindcijfer is? Deze vragen moeten bijvoorbeeld beantwoord worden als je praktijkopdrachten digitaal wilt beoordelen. Wanneer je dat bespreekt, krijgen klanten vaak ook meer zicht op wat het proces in de praktijk eigenlijk inhoudt. Dan is het goed om je deskundigheid te kunnen gebruiken en mee te denken. Zodat het gebruik maken van de technologie niet alleen een praktische verbetering is, maar ook een kwaliteitsverbetering kan zijn.

Een ander voorbeeld gaat over wanneer klanten besluiten om over te stappen op digitaal toetsen. De toetsen worden ingevoerd en de cesuur wordt ingesteld. Omdat de cesuur nu niet meer verstopt zit in een Excel document, maar zichtbaar wordt in een grafiek, merk je dat klanten dan vaak denken: waarom doen we dit zo? Er komen dan allemaal vragen op tafel. Hoe bepaal je nu goed waar de grens moet liggen tussen zakken en slagen. Is dit wel logisch? Daarnaast levert een digitale toetsafname altijd hele mooie toetsanalyses op. Die geven direct veel informatie. Informatie waarmee je de toetsen kunt verbeteren en ook een goede beslissing kan nemen over het resultaat. Het is zo belangrijk dat we daar pro-actief bij ondersteunen. Daar wil ik me graag de komende tijd voor inzetten.”

De opleiding ‘Toetsdeskundige’ duurt twee jaar. Tijdens de opleiding doen de studenten kennis op en leren vaardigheden aan, waarmee ze een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling, toepassing en evaluatie van toetsinstrumenten, -procedures en andere relevante toetsproducten. Er wordt gewerkt aan een flink aantal beroepsproducten, zoals onderzoeksverslagen, artikelen, een adviesrapport, adviesgesprekken, een toetsontwerp en een instrumentevaluatie. De opleiding richt zich op alle onderwijssectoren van het primair onderwijs tot wetenschappelijk onderwijs. “Het is superleuk om te zien hoe verschillend men in die verschillende sectoren omgaan met examinering. Aan het einde van dit schooljaar hoop ik dat ik de opleiding afrond. Daarvoor ga ik vanaf januari een masterproef uitvoeren. Als mijn onderzoeksvoorstel wordt goedgekeurd, hoop ik dat ik onderzoek mag doen naar het inzichtelijk maken van de betrouwbaarheid van praktijkopdrachten en assessments. Zodat we in de toekomst hopelijk ook voor deze toetsvormen een mooie toetsanalyse kunnen opleveren.”

Om de twee a drie weken is er een lesdag in Tilburg bij Fontys Hogeschool. De lessen worden verzorgd door grote namen in de toetswereld, bijvoorbeeld Desirée Joosten-ten Brinke, Gerard Straetmans en Tamara van Schilt-Mol. Zij verzorgen in totaal 6 modules, waarna de masterproef begint. “De eerste module ging over het toetslandschap. Daarin leerde je hoe het toetslandschap eruit ziet over al die verschillende onderwijssectoren heen. Waar de verschillen zitten tussen die onderwijssectoren en waar ze overeen komen. Hoe ze worden gestuurd door externe invloeden. En vooral hoe je dat kun zien in het grote geheel. Het was een mooie kapstok van kennis, waaraan je later alle voorbeelden kon ophangen.

De tweede module ging over het systematisch ontwerpen van assessments. Het ging voornamelijk over de klassieke testtheorie en bevatte een flinke wiskundige uitdaging. Dat was pittig, maar ontzettend nuttig. In de derde module stond de balans tussen leren en toetsen centraal. Formatief toetsen krijgt gelukkig steeds meer aandacht. Je kunt zoveel leren door regelmatig te toetsen. Hoe doe je dat goed? Hoe houd je dat in balans? Welke toetsvormen lenen zich daarvoor.
Daarna gingen we verder met een module over toegepaste testtheorie. Waarin ik vooral de item respons theorie heel interessant vond. Ik heb voor die module een toetsproduct geschreven, waarin ik samen met een klasgenoot onderzoek heb gedaan naar hoe we op basis van de item respons theorie in de toekomst wellicht met RemindoToets adaptief kunnen toetsen. Dat was heel nuttig.

Op dit moment volg ik module accountability. Dat gaat over zowel het borgen van de kwaliteit van toetsing, maar ook hoe toetsing kan worden gebruikt als verantwoording van het onderwijs. Daar komen bijvoorbeeld veel juridische aspecten van toetsing aan het licht. Iedere module rond je af met minimaal twee beroepsproducten of tentamens. Het is eerlijk gezegd flink aanpoten. Echt een pittige studielast. Maar gelukkig ben ik al op de helft.
Ik vind het heel belangrijk dat deze opleiding bestaat. Ik denk dat iedere opleider in Nederland een goede toestdeskundige kan gebruiken. Om de opleiding te ondersteunen, ben ik studentlid van de opleidingscommissie geworden. Ik mag dan meedenken over de Onderwijs- en Examenregeling, maar ook alle inhoudelijke verbeterwensen.”

Willeke denkt gebruikers van Paragin software zeker verder te kunnen helpen met de opgedane kennis en zet zich hier ook graag voor in.
“Ik wil klanten van Paragin heel graag ondersteuning bieden wanneer ze bezig zijn met het verbeteren van hun toetskwaliteit of het inzichtelijk maken daarvan. Ik kan ze helpen door trainingen te geven over bijvoorbeeld goede toetsvragen maken, het analyseren van toetsresultaten of het normeren van toetsen (cesuur bepalen). Of aan te sluiten in een examencommissievergadering, wanneer het inzetten van technologie daar op de agenda staat. Maar het mag ook kleiner zijn. Je mag mij altijd vragen om even mee te kijken. Als je een toetsvraag hebt gemaakt en je weet niet zeker of die van die van goede kwaliteit is. Of je wilt het e-portfolio gebruiken als assessmenttool, maar je weet niet goed waar je dan op moet letten. Ik denk graag mee.
Op termijn zou ik graag nog wat meer ondersteunende middelen willen ontwerpen, waar onze klanten eenvoudig gebruik van kunnen maken. Een uitlegfilm over toetsen analyseren bijvoorbeeld of documenten waarin we een aantal tips voor toetsmakers beschrijven. Ik zie zelf voor me dat we een heel platform kunnen vullen met materialen waar je uit kunt putten wanneer je werkt aan toetsen.”

Kunnen we je verder helpen met je toetsproces binnen RemindoToets? Je kunt dan altijd even contact opnemen!


Heb je Paraginner Sylvia gehoord op Qmusic? Ze deed mee aan het item ‘Het slimste bedrijf van Nederland‘.

Benieuwd hoe goed ze gespeeld heeft namens Paragin? Je kunt het fragment hier terug luisteren.


We zijn trots op de nieuwe functionaliteiten die de afgelopen maanden zijn ontwikkeld voor RemindoToets. Afgelopen zaterdag, 4 mei zijn deze middels release 19-1 beschikbaar gekomen voor alle RemindoToets gebruikers. 

Naast de diverse optimalisaties, bevat deze release een aantal mooie, nieuwe toevoegingen.

Een greep uit de toevoegingen:

  • In de beheeromgeving is het nu mogelijk om op basis van de bestaande vraagtypes, vraagsjablonen aan te maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een standaardsjabloon voor ‘Ja/Nee vragen’ of een meerkeuzevraag met drie antwoordopties welke nooit gehusseld mogen worden. Deze standaardsjablonen kunnen vervolgens ook door andere gebruikers binnen de omgeving worden gebruikt.
  • Er is een workflow toegevoegd rondom het proces van het ontwikkelen en goedkeuren/vaststellen van een toets(matrijs). Er bestond al een ‘Goedkeuring’ voor toetsen/toetsmatrijzen, maar aan dit proces zijn meerdere stappen toegevoegd en komt nu overeen met het ontwikkel- en goedkeuringsproces van vragen. Daarnaast is de nieuwe rol van ‘Vaststeller’ toegevoegd, bijvoorbeeld voor het enkel vaststellen van een toetsmatrijs.
  • Er zijn diverse uitbreidingen aan de toetsmatrix gedaan. De toetsmatrix is nu ook als dynamische toets te gebruiken en het is bijvoorbeeld mogelijk om op basis van de toetsmatrix lege vragen aan de vragenbank toe te voegen, op basis van de ingestelde leerdoelen en criteria. Deze lege vragen zijn dan meteen aan de juiste categorie en eventueel aan de juiste vraageigenschappen gekoppeld.
  • Bij het afnemen van toetsen waarin media wordt gebruikt, is het mogelijk om het aantal keer dat een mediabestand kan worden afgespeeld door de deelnemer, te limiteren  Hierdoor kan een kandidaat een videobestand bijvoorbeeld maar 2 keer bekijken en wordt deze daarna geblokkeerd. Daarnaast kan een kandidaat tijdens de toets in casusteksten tekst markeren met verschillende kleuren en er opmerkingen bij plaatsen.
  • Bij oefeningen en oefentoetsen met open vragen is het nu mogelijk dat de kandidaat deze zelf nakijkt. Dit is ook te combineren met een correctieronde, welke door een corrector nagekeken moet worden.
  • De nakijkpagina is voorzien van paginering, markeringsopties en filters, waardoor de corrector makkelijk kan wisselen naar kandidaten die nog niet zijn nagekeken en/of waar hij/zij een markering bij heeft geplaatst.
  • De corrector heeft tijdens het nakijken de optie gekregen, om eerder gebruikte feedback in het tekstveld bij de ene kandidaat, eenvoudig te kunnen hergebruiken bij het nakijken van de resultaten van andere kandidaten, om zo sneller en efficiënter soortgelijke feedback te kunnen geven.
  • Nadat de toetsen zijn afgenomen en de resultaten bekend zijn, bevat de analyse nu naast de cronbach’s alpha ook de ‘standaard meetfout’, om een idee te krijgen over de betrouwbaarheid van de toets.

Ben je benieuwd naar de volledige Release Notes, of wil je meer weten over RemindoToets, neem dan vooral even contact met ons op!


Op 16 april werd na een uitgebreide aanbesteding een overeenkomst getekend tussen directeuren van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en Paragin. Onderwerp van de schoolbrede aanbesteding was het contracteren van een online inlever- en beoordelingsplatform voor summatieve toetsproducten. Het platform van Paragin bleek na een gedegen proces de beste oplossing.

Vanaf september 2019 starten de eerste 8.000 studenten verdeeld over 16 opleidingen, met de nieuwe inlever- en beoordelingsapplicatie. Vervolgens zullen later in het schooljaar de overige 22.000 studenten en alle opleidingen van de HAN ermee aan de slag gaan. Binnen de applicatie kunnen individuele en groepsproducten ingeleverd worden door studenten, welke door één of meerdere beoordelaars beoordeeld kunnen worden. De applicatie biedt uitgebreide feedbackmogelijkheden, beoordelaars zien een duidelijk overzicht van de te beoordelen producten en krijgen inzicht in de voortgang van de studenten. Daarnaast zijn er koppelingen gemaakt met onder meer de plagiaatsoftware SimCheck van Turnitin en het studentinformatiesysteem Aluris.

Hogeschool Arnhem Nijmegen en Paragin werken al langer samen binnen verschillende Paragin-producten, onder meer voor peerfeedback, beoordelen en archivering. We zijn blij om ook te kunnen ondersteunen bij het inleveren en beoordelen van sunmmatieve toetsproducten!