Wat motiveert ons en hoe kunnen we onze medewerkers motiveren? Met die vraag houden we ons al jaren bezig.
Voor de beantwoording van die vraag wordt vaak de theorie van Maslow gebruikt. Zijn behoeftepiramide geeft aan waar je moet beginnen: eerst de fysiologische behoeften en na een aantal andere lagen, kunnen we het maximale verwachten van onze medewerkers: zelfontplooiing en persoonlijke groei. Maar klopt dat eigenlijk wel? Kun je jezelf pas ontwikkelen wanneer aan al je fysiologische, veiligheids- en sociale behoeften is voldaan?

Maslow’s piramide kom je overal tegen. In het onderwijs wordt het gebruikt om docenten te leren, dat het belangrijk is om te werken aan veiligheid en groepsprocessen in de klas.
In het bedrijfsleven staat het aan de basis van managementstijlen, waarmee wordt gefocust op sociale en erkenningsbehoeften.

De theorie van Maslow wordt meestal getoond als een piramide en kent 5 lagen. Deze lagen staan symbool voor de verschillende behoeften waarmee het gedrag van mensen wordt beïnvloed. Het betreft een hiërarchisch model. Dat betekent dat eerst aan de onderste laag voldaan moet worden, voordat men in staat is te werken aan de laag erboven.

Het gaat om de volgende behoeften:

  1. Fysiologische behoeften: alle behoeften waarmee je in leven blijft, zoals eten, drinken, slaap en ontspanning.
  2. Veiligheidsbehoeften: de behoefte aan veiligheid, zekerheid en bescherming.
  3. Sociale behoeften: de behoefte om ergens bij te horen, de behoefte aan contact met mensen.
  4. Erkenningsbehoeften: de behoefte aan waardering en respect, aan status.
  5. Zelfactualiseringsbehoeften: de behoefte aan kennis en wijsheid om tot persoonlijke groei te kunnen komen.

Wanneer je van medewerkers verwacht zichzelf maximaal te ontplooien en je hoopt dat ze deze ontwikkeling inzetten binnen hun functie, moet je volgens Maslow eerst werken aan de 4 basisbehoeften: fysiologische, veiligheids-, sociale en erkenningsbehoeften.
Eerst het salaris, een veilige werkomgeving, een leuk team voor de sociale contacten, de waardering en daarna komt pas de creativiteit, de zelfontplooiing en het probleemoplossend vermogen.
Vanaf de publicatie van de behoeftetheorie van Maslow is hier al veel kritiek op geweest. Toch wordt het nog vaak aangehaald. Het klinkt ook logisch: wanneer je niet zeker weet waar je die nacht kunt slapen, zal je niet direct de behoeften hebben aan het starten met een studie of het lezen van een educatief boek.

In 2011 deden een aantal wetenschappers in Illinois een ultieme poging de behoeftepiramide van Maslow te onderzoeken. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het vervullen van verschillende typen behoeften, zoals Maslow die beschrijft, nodig is voor een gevoel van geluk. Maar de volgorde waarin deze behoeften worden vervuld hebben daar geen effect op. Dat betekent dat de theorie van Maslow grotendeels juist is. Maar ook werd ontdekt dat mensen wel in staat zijn te werken aan sociale contacten en zelfontplooiing, wanneer hun veiligheids- en fysiologische situatie verre van ideaal is.

Daarnaast viel op in de onderzoeksresultaten, dat ook de behoeftevervulling van mensen in je omgeving een effect heeft op hoe gelukkig jij je voelt. Dus hoe tevreden mensen zijn over hun leven is niet alleen afhankelijk van hun persoonlijke behoeften, maar ook van die van anderen.

Bron: Alblas, G., & Wijsman, E. (2013). Gedrag in organisaties. Noordhoff.


Als eerste kwalificatie in de sector handel, is het branchecertificaat ‘Winkelmedewerker’ op NLQF niveau 1 ingeschaald. Met deze kwalificatie van KCH kunnen scholen in het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, hun leerlingen een certificaat laten behalen op mbo 1 niveau. Ook leerlingen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen met dit certificaat hun vaardigheden aantonen.

Niet alleen voor de leerlingen en de scholen is dit van meerwaarde: ook KCH is erg blij met de succesvolle inschaling.

Het branchecertificaat is met deze inschaling aantoonbaar gelijkwaardig aan het mbo-niveau 1. De toekenning geeft meerwaarde aan het branchecertificaat voor de leerling, de school en het bedrijfsleven. Met het certificaat ‘Winkelmedewerker’, voorzien van het NLQF 1 logo, is het voor toekomstig werkgevers direct duidelijk welke vaardigheden de leerling beheerst. Zo vergroten de leerlingen hun kansen op de arbeidsmarkt, nu en in de toekomst.

Wat is dat eigenlijk, NLQF?

NLQF is een kader voor het bepalen en inschalen van allerlei kwalificaties en opleidingen, van basiseducatie tot doctoraat. Ook bedrijfsopleidingen en meerjarige avondstudies kunnen ermee ingeschaald worden, zodat op een eenduidige manier het niveau is vastgesteld en met elkaar vergelijkbaar wordt.

Een inschaling biedt geen informatie over de geleverde studie-inspanning, of de inhoud van de opleiding of het certificaat, maar over het niveau waarop men iets kan en weet, wanneer een bepaald leerproces is afgerond.

Door koppeling van het nationale kwalificatieraamwerk NLQF, aan het Europees Kwalificatieraamwerk (EQF), kunnen kwalificaties uit 39 Europese landen met elkaar vergeleken worden.

Nationale en internationale kwalificaties, diploma’s en certificaten kunnen zo eenvoudig op niveau vergeleken worden. Het kwalificatieraamwerk helpt mensen makkelijker aan te tonen op welk niveau ze werken. Dit biedt meer zekerheid voor werkgevers, werknemers, studenten en opleiders.

Acht niveaus

NLQF kent acht niveaus en één instroomniveau. Hoe hoger het niveau, hoe meer verdiepte kennis, complexere vaardigheden, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid vereist is om op dit niveau geplaatst te worden.
Zo is de havo bijvoorbeeld ingeschaald op NLQF niveau 4 en zijn hbo-opleidingen en universitaire masteropleidingen op NLQF niveau 7 ingeschaald.

Het niveau van een kwalificatie wordt vastgesteld aan de hand van beschrijvingen, van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces, de complexiteit en de mate van zelfstandigheid, ongeacht waar deze zijn doorlopen. Om dit te beoordelen moet een kwalificatie in leerresultaten beschreven worden, waarin het niveau van kennis, vaardigheden en verantwoordelijkheid en zelfstandigheid zijn beschreven.

NLQF in de praktijk: een paar vragen aan Marijke Backx van KCH.

Al ruim 15 jaar maakt KCH met een groot aantal scholen in het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, het branchecertificaat ‘Winkelmedewerker’ mogelijk. Het examenportfolio hiervoor is ingericht in het ePortfolio-platform van Paragin, waar zo’n 100 scholen hun eigen schoolomgeving hebben, om de resultaten van hun leerlingen vast te leggen en ter beoordeling in te dienen.

We spraken met Marijke Backx, naast directeur van examenaanbieder ESS Examenservices, ook directeur van KCH, over NLQF en het branchecertificaat ‘Winkelmedewerker’.

 

Wat betekent het voor de leerlingen en voor toekomstige werkgevers nu de ‘Winkelmedewerker’ ingeschaald is volgens NLQF?

“Voor leerlingen en medewerkers die dit certificaat behalen is dit van grote meerwaarde. Zij tonen hiermee aan, dat zij op mbo 1 niveau werken. Zo vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt, nu en in de toekomst. Voor (toekomstig) werkgevers is het, aan de hand van het certificaat ‘Winkelmedewerker’, voorzien van het NLQF 1 logo, duidelijk op welk niveau een medewerker kan worden ingezet.

De branche, de scholen en de leerlingen zijn zeer positief over deze inschaling. De doelgroep verdient het dat hun vaardigheden en talenten gewaardeerd worden op het juiste niveau. Zij hebben een belangrijke plaats op de arbeidsmarkt. Het werk van de winkelmedewerker is van vitaal belang voor de samenleving.

Het KCH branchecertificaat is met deze inschaling aantoonbaar gelijkwaardig aan het mbo-niveau 1. De toekenning geeft meerwaarde aan het branchecertificaat voor de medewerker en het bedrijf.
In vervolg op deze inschaling zal KCH ook een aanvraag indienen voor andere kwalificaties, waarvoor een certificaat binnen ons digitale portfolio te behalen is.“

 

Wat vroeg het van jullie vanuit KCH om ‘Winkelmedewerker’ ingeschaald te krijgen? Was het een complex traject om te doorlopen?

“KCH biedt een digitaal portfolio (van Paragin) en assessment, voor het aantonen van de prestatiestandaard. Een opleider of school begeleidt een medewerker in het proces.
De branche heeft al haar stempel gezet op dit certificaat, met het praktijkdeel uit het entreedossier. In lijn met deze ontwikkelingen hebben wij een formele waardering van ons branchecertificaat aangevraagd bij het NCP NLQF.

Deze organisatie is aangesteld om het niveau van kwalificaties te controleren en in te schalen in het Nederlands Kwalificatieraamwerk NLQF.
Voor de aanvraag bij het NLQF hebben we een organisatie-, proces- en een productonderdeel doorlopen.

Doordat KCH werkt met een kwaliteitshandboek en we nauw aangesloten zijn bij ESS Examenservices, kennen we de werkwijze van audits en certificeringstrajecten. Bovendien heeft Els Kranen, als projectleider van deze aanvraag, haar expertise vakkundig ingezet.
Voor het traject van inschaling is het van belang dat je thuis bent in de materie van het aantonen van processen en de kwaliteit van producten.

Het NCP NLQF gaat grondig te werk bij het beoordelen van de validiteit van de organisatie en de beschrijving en uitwerking van de kwalificatie. Het doorlopen van dat beoordelingstraject vraagt een heldere visie en onderbouwde werkwijze van de organisatie en een duidelijke beschrijving van de inhoud van de kwalificatie en de examinering. Dit vergt zeker een inspanning van de aanvrager, in dit geval KCH.

Maar het is ook waardevol. Je moet je zaakjes goed op orde hebben om deze inschaling te kunnen verkrijgen. Ook dat draagt bij aan de waarde van het certificaat van de deelnemer. En dat is waar het uiteindelijk om draait.“

 

Heb je tips voor andere organisaties die ook nadenken over inschaling volgens NLQF? Zijn er aandachtspunten of valkuilen waar je andere organisaties over kunt adviseren?

“Het Nationaal Coördinatiepunt NLQF is zeer bereid om mee te denken met organisaties, die zich willen laten valideren en/ of een inschalingsverzoek willen indienen. Wij hebben zelf meerdere malen contact gehad, wat zeker waardevol was voor het succesvol doorlopen van het traject. Dit raden wij andere organisaties dan ook aan: zoek vanaf het begin contact met hen, zij helpen je verder op weg.“

 

KCH en ESS werken al jaren samen met Paragin, naast de portfolio’s voor ‘Winkelmedewerker’ en andere portfolioprojecten ook op gebieden als examinering en kennistoetsing. Hoe bevalt deze samenwerking?

“Paragin en KCH en ESS werken inderdaad al heel veel jaar samen. En dat is niet voor niets. Eerlijk gezegd hebben we wel eens onderzoek gedaan bij een andere leverancier, maar we vinden de kwaliteit en wijze van samenwerking die Paragin levert niet terug bij de andere aanbieders.

Paragin denkt naast het digitale aanbod ook onderwijskundig mee. Dat heeft meerwaarde voor ons als ontwikkelaars, maar ook voor de gebruikers van de producten. Gebruikers zijn zelfs wel eens bij gesprekken met Paragin aanwezig. Bovendien is het mooi dat de digitale omgeving door Paragin aangepast wordt aan de gebruiker: iedere school herkent zijn eigen beeldmerk en kleuren.

ESS is op dit moment volop bezig met het leveren van digitale theorie- en praktijkexaminering voor het mbo. Hierin wordt nauw samengewerkt met Paragin. De Corona-crisis geeft een boost aan het digitaal werken. Gelukkig is er afgelopen jaren geïnvesteerd door Paragin en ESS in de digitale producten en processen.
Co-creatie, deskundigheid en vertrouwen zijn de kernwaarden van KCH en ESS. Deze kernwaarden komen alle drie duidelijk terug in de samenwerking met Paragin.“


Om studenten een betere kans van slagen te geven, moet er vaker feedback gegeven worden. Daarom worden steeds vaker formatieve toetsen afgenomen, die informatie geven over de vaardigheid van de studenten. Helaas heeft deze aanpak volgens Dochy (2018), Expert Learning & Development, tot nu toe weinig gebracht. Formatieve toetsen leveren maar weinig feedback op én de scores worden in de praktijk zelfs gebruikt om tot een summatieve beoordeling te komen. Daar moet volgens Filip Dochy verandering in komen. Hij ziet de formatieve toets het liefst helemaal verdwijnen. Een prikkelende stelling, die we graag nader onderzoeken.

Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat veel summatief toetsen een negatief effect heeft op de studenten. Studenten ervaren veel stress, leren specifiek wat er nodig is om de toets te halen, beginnen met leren vlak voor de toets, en volgen examentrainingen om beter te scoren. Het risico van summatieve toetsen is dat ze het ‘oppervlakkig leren’ vergroten.

Volgens Dochy is toetsen vooral bedoeld om inzichtelijk te maken wat het niveau van de student op dat moment is, zodat er effectief feedback gegeven kan worden en gewerkt kan worden naar een ontwikkeling die nodig is voor bijvoorbeeld het beroep wat men wil gaan uitvoeren. Het hoofddoel van de toets zou het verbeteren van het leren moeten zijn. Dat betekent dat het toetsen een onderdeel wordt van de ‘gewone’ lessen. Je toetst de student, zodat hij ervan kan leren. Het ultieme doel is dat de toets op zich al een leerervaring zou kunnen zijn.

Dat betekent dat je volgens Dochy het beste zoveel mogelijk beoordeelt tijdens het leerproces. Bijvoorbeeld met behulp van een portfolio dat gedurende de opleiding wordt opgebouwd of een persoonlijk ontwikkelplan. Ook tools als 360° feedback, peer feedback en samenwerkend toetsen, zijn geschikte manieren om tot inzicht te komen over de voortgang van studenten, terwijl er tegelijkertijd geleerd wordt.
Maar hoe komen we tot het ‘toetsen om van te leren’? Dochy geeft hiervoor een twee tips:

  • Maak van een toetsmoment een leerervaring
    De toets is een instrument dat je helpt om te zien waar de student nu staat. Leren en toetsen zou daarom veel meer geïntegreerd moeten worden. Bekijk de huidige toetsen en bedenk hoe je daar een leerervaring van kunt maken. Een voorbeeld is het toepassen van samenwerkend leren. Iemand maakt eerst zelfstandig een toets en gaat dezelfde toets daarna nogmaals doen in teamverband.
  • Verzamel informatie waarmee je het leerproces kunt stimuleren.
    Verminder het aantal toetsen en geef minder cijfers. Gebruik werk dat de student levert gedurende de opleiding als input voor feedback. Gebruik zelf-assessments en peer feedback. Geef de student continue feedback over zijn voortgang.
    Toetsen wordt volgens Dochy veel te vaak gezien als een zelfstandig naamwoord. ”Toetsen is een werkwoord. Toetsmomenten moeten omgevormd worden tot leermomenten en we moeten veel minder toetsen.”

Interessant? In dit filmpje geeft Dochy zelf uitleg over zijn ‘assessment for learning’.

Bron: Dochy, F., & Segers, M. (2018). Creating impact through future learning: The high impact learning that lasts (HILL) model. Routledge.


Afgelopen maand was het weer tijd voor een surveillance audit door Lloyd’s Register, in het kader van onze ISO 27001 certificering. 

Veiligheid van onze systemen en de data die gebruikers hierin opslaan, is een enorm belangrijk onderwerp binnen Paragin. Er zijn dan ook tal van maatregelen, procedures en richtlijnen opgesteld om te zorgen voor een zo optimaal mogelijke veiligheid, betrouwbaarheid en beveiliging.

Sinds 2015 is Paragin ISO 27001 gecertificeerd. ISO 27001 is de internationale norm voor informatiebeveiliging en dé standaard voor het opzetten en implementeren van het ISMS (Security Management System). Dit systeem beschrijft alle genomen maatregelen, procedures en richtlijnen en wordt regelmatig geaudit door een externe organisatie. Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA) voert deze audits voor Paragin uit en beoordeelt hiermee de opzet, het bestaan en werking van het Managementsysteem.

Hoewel we natuurlijk dagelijks blijven werken aan dit onderwerp, zijn we heel blij met de uitslag van de audit die in april werd uitgevoerd: de auditor heeft geen enkele onvolkomenheid aangetroffen in ons ISMS en in hoe we onze processen hebben ingericht en borgen. Daar zijn we natuurlijk trots op: de data van onze klanten, partners en gebruikers zijn hiermee in goede handen.

Wil je meer weten over onze ISO 27001 certificering? Kijk dan op onze website, of neem contact met ons op!


Escrow is niet een term die je iedere dag hoort. Toch is het een belangrijke woord voor organisaties die vertrouwen op online software voor hun primaire processen, zoals digitaal examineren of e-learning. Wat is escrow precies en hoe heeft Paragin dit geregeld?

Een onafhankelijke derde

Een escrow-regeling is een regeling waarbij een onafhankelijke derde partij, tijdelijk iets van de ene partij in bewaring neemt, en uitkeert aan de andere partij wanneer aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Bij grote financiële transacties komt dit regelmatig voor. Men gebruikt bijvoorbeeld een escrow-rekening als twee partijen elk iets moeten doen, maar dat niet tegelijkertijd kunnen doen en wel zeker willen weten dat de ander het daadwerkelijk doet.

Denk aan een grote aankoop: in dat geval stort de kopende partij het bedrag op een zogenaamde escrow-rekening, een geblokkeerde bankrekening die wordt aangehouden bij een neutrale en financieel betrouwbare derde, de escrow agent. De escrow agent betaalt het op de geblokkeerde rekening gestorte bedrag uit aan de andere partij, zodra er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Bijvoorbeeld als de andere partij een product heeft afgeleverd of de overdrachtsdocumenten heeft getekend. Zo hebben beide partijen geregeld dat wanneer de ander zijn afspraken en verplichtingen niet nakomt, men de zekerheid heeft dat de onafhankelijke derde de wederzijdse belangen behartigt.

Op een vergelijkbare manier werkt een software-escrow, al is dat meer een verzekering die pas uitkeert bij problemen. Bij een faillissement of andere grote problemen van een online softwareleverancier, zitten klanten en gebruikers doorgaans meteen in de problemen: de leverancier doet zijn werk niet meer of is er zelfs niet meer, dus de dienstverlening en software kunnen in het slechtste geval per direct op zwart gaan.

Door afspraken te maken met een onafhankelijke derde partij, en die partij toegang te geven tot de broncode van de software, kan afgesproken worden dat in specifieke gevallen -zoals een faillissement- de broncode via de onafhankelijke derde vrijgegeven wordt aan de klanten en gebruikers. Die kunnen dan direct verder met het gebruik van de software en deze zelfs doorontwikkelen, ook al is de ontwikkelaar er zelf niet meer.

Het bovenstaande is het voorbeeld van een ‘klassieke’ software-escrow, waarbij de broncode van de software bij de derde partij vaak letterlijk in de kluis wordt gelegd. Toch is zelfs dat in de praktijk niet altijd een goede garantie voor continuïteit: ook al heb je de softwarecode tot je beschikking, het betekent lang niet altijd dat de software het meteen doet en je daadwerkelijk verder kunt ermee.

Daarom hebben we bij Paragin, in samenwerking met onze escrowpartner Escrow4All, een innovatievere manier bedacht om de belangen en continuïteit van onze klanten en partners te waarborgen.

 

De escrow-regeling van Paragin

Paragin wil voor haar klanten, partners en gebruikers een betrouwbare leverancier en samenwerkingspartner zijn, met een solide organisatiestructuur, oprichters/ directeuren die inmiddels 20 jaar aan het bedrijf verbonden zijn, een langetermijnvisie en –businessmodel, en een groot en divers klantenbestand. We doen er alles aan om een betrouwbare partij te zijn, nu en in de toekomst. Vanuit de visie op ‘een leven lang ontwikkelen’ hanteren we een lange horizon in hoe we als organisatie willen opereren.

Toch beseffen we dat dit niet in alle gevallen altijd een garantie is, om tot in de lengte van dagen als organisatie te kunnen blijven bestaan. Er kan altijd iets onverwachts of onvoorziens gebeuren. Om de belangen van onze klanten te borgen wanneer onze organisatie in zwaar weer zou komen, vinden we het belangrijk om te voorzien in een goede escrow-regeling.

We werken hiervoor samen met Escrow4All uit Amsterdam. Escrow4All is net als Paragin ISO 27001 gecertificeerd en daarnaast Approved Escrow Provider van onder meer Microsoft en ICANN.

 

De inhoud van de escrowovereenkomst wanneer die met Paragin en Escrow4All wordt gesloten

De escrowovereenkomst van Paragin biedt continuïteit op twee verschillende, op elkaar aansluitende manieren:

1. Continuïteit voor ál onze klanten

Escrow4All is een overeenkomst aangegaan met onze partner, die de hostingruimte aan het serverpark en de private cloud van Paragin biedt, en ook met onze partner die het monitoren en onderhoud van onze servers op besturingssysteemniveau verzorgt, om voor 6 maanden nadat Paragin haar verplichtingen niet meer na kan komen, de onderhoudscontracten over te nemen.

We hebben vanuit Paragin deze kosten vooruit betaald. Daarmee regelen we dat de dienstverlening zoals deze nu aan Paragin wordt geleverd met betrekking tot onder meer hosting, beveiliging, serveronderhoud, monitoren van oneigenlijk gebruik, mate van belasting en piekmomenten, het bijhouden van security updates en het patchen van de onderliggende hard- en software, voor zes extra maanden in stand zal blijven. Deze periode is bedoeld om ervoor te zorgen dat onze klanten en partners weloverwogen en zonder directe tijdsdruk, een alternatieve invulling voor Paragin kunnen vinden.

2. Specifiek voor klanten die de extra escrow-overeenkomst afsluiten

Escrow4All bezit de rechten middels een aan hen verstrekte geheime en beveiligde code (public-private key), om toegang te verkrijgen tot een online kluis, met daarin een volgende public-private key die toegang verschaft tot de broncode-repositories. Dit zijn de online bewaarsystemen waarin de meest recente versies van alle broncode van de software van Paragin meerdere malen per dag worden opgeslagen.

Middels deze repositories werken de programmeurs van Paragin aan onze softwareproducten en voeren wij updates aan de software op de servers uit. Deze zijn zodoende altijd actueel en bevatten de laatste stand van zaken.

Escrow4All controleert tweemaal per jaar formeel deze toegang en doet een verificatiecheck op de broncodes waartoe zij toegang hebben, om te controleren of dit daadwerkelijk de broncode is van alle software. Hiervan doet zij verslag in een eigen online portal, waartoe klanten die de escrow-overeenkomst afsluiten, een eigen inlogcode krijgen.

Na het afsluiten van de overeenkomst is bij Escrow4All bekend welke broncode(s) relevant zijn voor welke organisatie, en kunnen deze per direct overhandigd worden wanneer aan de criteria van de beschikbaarheidsstelling voldaan is (dit wil zeggen wanneer Paragin failliet is). Een programmeur of IT’er kan vervolgens een zogenaamde checkout uit de repositories doen en zo eenvoudig en snel alle broncode, inclusief alle bijbehorende libraries, databases, third party en open source componenten, downloaden en beschikbaar hebben.

Een escrow-overeenkomst is dus een verzekering: hopelijk is het nooit nodig deze aan te spreken. Tegelijkertijd is niets 100% zeker, en is een extra waarborg op de continuïteit van uw organisatie geen overbodige luxe. Met de escrow-regeling en –overeenkomst en het escrowproces op deze manier geregeld, willen we het beste van beide oplossingen aan onze klanten bieden: een goede periode om zonder directe tijdsdruk te komen tot een alternatieve invulling, zonder dat gebruikers hier iets van merken, en tevens het beschikbaar stellen van de software zodat daarmee verder gewerkt kan worden ook als Paragin er niet meer zou zijn.

Wil je meer weten over de mogelijkheden van een escrow-overeenkomst op de Paragin-software die je organisatie inzet? Voor het aangaan van de overeenkomst met Escrow4All door klanten is een jaarlijkse vergoeding verschuldigd. We vertellen graag meer over de kosten en mogelijkheden.


Veiligheid, betrouwbaarheid en beveiliging zijn belangrijke thema’s binnen Paragin, die onlosmakelijk verbonden zijn met ons werk. We werken er hard aan robuuste en veilige software te ontwikkelen, die altijd beschikbaar is en waarin de data die gebruikers de software toevertrouwen zo optimaal mogelijk beschermd is.
Toch is veiligheid niet iets wat software alleen kan regelen. Als beheerder of gebruiker van online software kun je ook een bijdrage leveren aan het vergroten van de veiligheid, bijvoorbeeld met de volgende drie tips.

Tip 1. Gebruik een password manager

Het inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord is voor iedereen bekend. Er wordt zóveel online gewerkt, dat iedereen een overvloed aan inloggegevens heeft. Van de bank, verschillende webshops, social media tot mailboxen. Het gevolg van zoveel inloggegevens is vaak dat wachtwoorden hergebruikt worden, dat makkelijk te onthouden – en daarmee wellicht makkelijker te kraken – wachtwoorden gebruikt worden, of dat er spiekbriefjes of tekstbestandjes met wachtwoorden worden gemaakt. Allemaal ‘oplossingen’ die meer kwaad dan goed kunnen doen, wanneer een kwaadwillende het op je gegevens gemunt heeft.

In een passwordmanager zoals 1Password, LastPass of Keeper kun je alle wachtwoorden centraal, maar veilig opslaan en hoef je ze zodoende niet meer te onthouden. Je kunt hierdoor voor alle plekken waar je moet inloggen een ander, sterk en willekeurig wachtwoord gebruiken. De passwordmanager kun je oproepen wanneer je in moet loggen, zodat je heel lange en complexe wachtwoorden kunt gebruiken die je zelf nooit zou kunnen onthouden. Dit werkt zowel op je computer als op je mobiele telefoon, zodat je altijd al je wachtwoorden op een veilige manier bij de hand hebt.

Een passwordmanager kan je ook helpen met het ‘bedenken’ van wachtwoorden. Er wordt dan een wachtwoord voorgesteld dat bestaat uit een lange reeks van willekeurige letters, cijfers en tekens.

Je hoeft nog maar één wachtwoord te onthouden, namelijk het toegangswachtwoord voor je passwordmanager. Zorg er dus voor dat dit een sterk, niet te raden wachtwoord is. Een langer wachtwoord (of een zin), met verschillende tekens en zonder persoonlijke informatie maakt een wachtwoord veiliger. Daarnaast is het raadzaam om je passwordmanager te beveiligen met two factor authentication.

Tip 2. Two factor authentication

Two-factor authentication, ook wel two-step verification of tweefactorauthenticatie genoemd (afgekort met 2FA), is het inloggen in meerdere stappen. Misschien ken je dit van het inloggen bij de bank: je logt in met je gebruikersnaam en wachtwoord en moet hierna een steeds wisselende code invoeren. Deze code krijg je op het moment dat je wilt inloggen, via een token, een SMS of email, of via een app op je telefoon zoals Google Authenticator.
Vaak wordt tweefactorauthenticatie toegepast in combinatie met je mobiele telefoon. Zorg er dus voor dat ook deze beveiligd is!

Two-factor autentication is ook te gebruiken binnen de Paragin-platforms. Op vrijwillige basis voor zowel beheerders en begeleidende rollen, maar ook voor deelnemers. Desgewenst kan dit ook verplicht gemaakt worden. In bijvoorbeeld MijnPortfolio.nl en RemindoEVC vind je hierover uitleg in je gebruikersprofiel en de opties om Two-factor authentication voor jouw gebruikersaccount in te stellen. Heb je aanvullende vragen, dan informeren we je graag!

Tip 3. Als Beheerder regelmatig de gebruikersaccounts nalopen

Ben je Beheerder in een online platform, controleer dan regelmatig de toegang van andere gebruikers. Wanneer andere beheerders, begeleiders, docenten of assessoren een andere functie krijgen, niet meer bij een project betrokken zijn, of uit dienst gaan, wordt nog wel eens vergeten het account te deactiveren of te verwijderen. Het is daarom een goede gewoonte regelmatig te bekijken of de rechten die gebruikers hebben nog steeds kloppen.

Daarnaast zijn deze gebruikers zelf verantwoordelijk voor gebruik van een veilig wachtwoord.

Het is daarom belangrijk dat zij zich bewust zijn van de data die in het platform staat opgeslagen. Deelnemers leggen veel persoonlijke gegevens vast rondom hun ontwikkeling, ze doorlopen leertrajecten en toetsresultaten, examens en beoordelingen worden opgeslagen. Beheerders, begeleiders, docenten en assessoren kunnen bijdragen aan de veiligheid van deze data, door hun eigen account goed te beveiligen met ten minste een sterk en geheim gehouden wachtwoord.

Als Beheerder kun je dit bewustzijn vergroten door hier herhaaldelijk aandacht aan te besteden.


Volwassenen in het onderwijs vormen een bijzondere doelgroep. Zij zijn vaak erg gedreven, want ze weten al dat hun carrièrestappen afhangen van het onderwijs. Online onderwijs heeft voor hen meestal de voorkeur, omdat ze hiermee zelfsturend kunnen zijn en dit eenvoudig kunnen plannen in hun drukke bestaan. Is deze doelgroep zo bijzonder dat het ook iets vraagt van onze leermaterialen of kunnen we hetzelfde aanbieden als aan onze jongere studenten?

Een leven lang leren gaat steeds beter in Nederland. In Nederland neemt ruim 19% van de volwassen werknemers deel aan (in)formeel onderwijs. Dat is ruim boven het Europese doel, dat stelt dat minstens 15% van de volwassen werknemers onderwijs moet volgen.
Dat betekent dat volwassenen steeds vaker in de schoolbanken plaatsnemen, hoewel de schoolbanken wellicht niet de juiste plek is voor deze doelgroep. Zo lijken volwassenen meer de voorkeur te hebben voor online onderwijs.

Er is in het verleden veel uitgebreid onderzoek gedaan naar onderwijs voor volwassenen. De bekendste theorie is van Knowles. Hij ontwierp de 4 andragogie-principes voor volwassenen. Andragogie betekent ‘de vorming van volwassenen’. De principes van Knowles verduidelijken met welke aandachtspunten rekening gehouden moet worden, wanneer onderwijs gegeven wordt aan volwassenen.

De principes van Knowles zijn:
1. Volwassenen moeten betrokken worden bij de planning en evaluatie van de lesinhoud.
2. De ervaringen van volwassenen (ook hun fouten) moeten de basis vormen van de leeractiviteiten.
3. Volwassenen hebben het meest interesse in onderwerpen die direct relevant zijn voor hun werk.
4. Leren voor volwassenen moet meer probleem-georiënteerd zijn dan inhoud-georiënteerd.

De basis van deze principes komen voort uit de wens om gebruik te maken van de voorkennis, zelfregulering en werkhouding die al aanwezig is bij de volwassen doelgroep. Het aanbieden van online onderwijs zou ideaal kunnen zijn voor volwassenen en aansluiten bij de 4 Knowles-principes. Je kunt immers vaker zelfsturend zijn en individueler het leerpad volgen.

Je ziet ook dat in de praktijk volwassenen vaker de voorkeur hebben voor e-learning in plaats van contactonderwijs. Meestal omdat deze doelgroep minder tijd ter beschikking heeft en dit efficiënt wil inzetten. De volwassen leerling is druk en wil leren wanneer het uitkomt. E-learning of ander online onderwijs zou daar een ideale oplossing voor kunnen bieden.
Toch mogen we er niet zomaar vanuit gaan dat volwassenen in staat zijn om zelf sturing te geven aan hun opleiding. De flexibiliteit die we aanbieden in ons online onderwijs, is voor volwassenen vaak ook een groot struikelblok. Veel volwassenen hebben last van een gebrek aan zelfvertrouwen. Volwassenen nemen een hoop voorkennis en ervaring mee, maar dit zijn regelmatig ook negatieve ervaringen, waardoor het ze niet altijd lukt om door te zetten. De docent heeft dus bij het begeleiden van volwassenen een belangrijke taak.

Om online onderwijs succesvol te maken, zijn er twee kenmerken waar zowel de jonge als de volwassen doelgroep aan moet voldoen: motivatie en discipline.

Zonder motivatie en discipline is het lastig om afstandsonderwijs goed te volbrengen. Tijdens contacturen kunnen docenten veel ondersteuning bieden bij het plannen van de opleiding en het motiveren van de studenten. Bij online onderwijs is deze hulp door studenten eenvoudiger af te wijzen. Dus zowel voor jongere als volwassen studenten is het belangrijk om aandacht te besteden aan het motiveren van studenten en het helpen bij het plannen van de studietaken.

Wanneer je afstandsonderwijs inricht voor volwassenen is daarnaast nog nuttig om rekening te houden met de volgende adviezen:
1. Volwassen studenten moeten in contact kunnen komen met andere studenten om informatie te kunnen delen.
2. Volwassen studenten moeten zich realiseren hoe waardevol hun ervaring en expertise is. Daar kunnen docenten hen bij helpen.
3. Docenten moeten volwassen studenten begeleiden in het leerproces door te helpen bij het plannen, het vinden van de leermaterialen/ bronnen en het aanmoedigen van studenten.

Op deze manier kunnen we van online onderwijs een optimale onderwijsvorm maken voor volwassenen en hen hopelijk helpen naar een mooi diploma of certificaat.

Bron: Darden, D. C. (2014). Relevance of the Knowles theory in distance education. Creative Education, 2014.


Iedere groeiende organisatie besteedt veel tijd en energie aan het vinden van nieuwe medewerkers. Het schrijven van wervende vacatureteksten, het doornemen van brieven en CV’s, het voeren van gesprekken met potentiële kandidaten: de zoektocht naar het vinden van het beste talent vergt veel aandacht. Daarom is het laatste wat je vervolgens wilt, dat een medewerker zich niet meteen thuis voelt en de organisatie al snel weer verlaat.

Hoe sneller een medewerker zich verbonden voelt met de doelen van de organisatie, hoe sneller men op de juiste manier aan de slag kan met het werk dat gedaan moet worden. Hoe eerder een medewerker op de hoogte is van zaken als de visie van de organisatie, de werkzaamheden die gedaan moeten worden, de vaardigheden die daarvoor nodig zijn, de interne communicatielijnen en dergelijke, hoe sneller hij of zij productief kan bijdragen.

En een nuttige bijdrage kunnen leveren draagt ook weer bij aan of men zich op zijn of haar plek zal voelen. Alle reden dus om te werken aan een warm welkom voor nieuwe medewerkers en hen het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van het team.

Het belangrijkste onderdeel daarvan is tijdens de eerste werkdagen en -weken zo snel en effectief mogelijk kennis delen vanuit en kennis maken met de organisatie. Daarmee worden de zaadjes gepland die zorgen voor een goede basis voor de komende jaren.
Een goede ‘onboarding’ van de medewerker mag dus niet over het hoofd worden gezien en het belang ervan mag niet worden onderschat als je wilt investeren in nieuw talent. Daarom delen we graag hoe wij hier bij Paragin mee bezig zijn.

Onboarding begint al vóór de eerste werkdag

Denk eens na hoe je een nieuwe medewerker zich al vóór de eerste werkdag zo welkom mogelijk kunt laten voelen. Dit kan door bijvoorbeeld een handboek op te stellen met een organisatie-omschrijving, tips, aandachtspunten en een toelichting op bijvoorbeeld de cultuur van de organisatie en die vooraf toe te sturen.

Ook de voorbereiding op de eerste werkdag is belangrijk: zorg er voor dat praktische zaken als de werkplek, een ingerichte laptop, en alle benodigde inlogaccounts allemaal direct op de eerste werkdag beschikbaar zijn. En dat alle collega’s waar de nieuwe medewerker de eerste dagen mee te maken krijgt, op de hoogte zijn van wie er gaat starten en wat diens taken gaan worden. Niets voelt minder welkom als wanneer niemand de moeite heeft genomen voorbereidingen te treffen of niemand je op lijkt te merken.

Betrek alle collega’s bij de onboarding van nieuwe medewerkers

Een warm welkom voor een nieuwe medewerker is een teamproces, waarbij bij voorkeur iedereen betrokken is waar de nieuwe medewerker mee gaat samenwerken de komende tijd. Door het plannen van een aantal presentaties waarin collega’s gestructureerd vertellen over werkzaamheden, producten en activiteiten, maar bijvoorbeeld ook over de visie van de organisatie, de wereld waarin de organisatie zich bevindt én praktische zaken als bij wie men moet zijn bij vragen of om bijvoorbeeld de reiskosten door te geven, krijgt een nieuwe medewerker meteen een vertrouwd gevoel.

Een goed onboardingsproces stelt hen daarmee in staat zich snel aan te sluiten op de werkcultuur van de organisatie, veel sneller dan wanneer ze het alleen zouden doen en alles zelf moeten vragen of ervaren.

Onboarding vermindert onzekerheid van medewerkers

De eerste keer dat je iets doet, voelt vaak onwennig. Aan de slag gaan bij een nieuwe organisatie is zelfs een aaneenschakeling van situaties waarin je dingen voor het eerst doet. Dit kan je onzeker maken. Geen enkele medewerker wil zich tijdens de eerste keer in de organisatie misplaatst voelen. Het is dus tijdens de onboarding van groot belang dat nieuwe medewerkers de geruststelling krijgen dat ze voor de juiste organisatie hebben gekozen én zich welkom en gewenst voelen.

Een effectief onboardingproces met een kennismaking met alle collega’s, de werkzaamheden en ‘hoe het bij de organisatie werkt’ resulteert in duurzame werkrelaties tussen nieuwe medewerkers en de ervaren bestaande medewerkers. Het proces maakt van een werkplek meer een thuis, waardoor stress door onzekerheid bij de nieuwe medewerkers wordt verminderd. Ook krijgen ze de kans om zich te binden aan andere medewerkers met wie hun rol overeenkomt.

De interacties met collega’s, teamleiders en management zijn efficiënte manieren voor medewerkers om er snel achter te komen wat er van hen verwacht wordt voor wat betreft hun rol in de organisatie. Op deze manier kan de nieuwe medewerker met een gerust hart zijn rol spelen in het realiseren van de doelstellingen en missie van de organisatie.

Onboarding biedt een kans om de kernwaarden van de organisatie te versterken

Als het goed is voelt het nieuwe talent dat net aangenomen is zich naast de leuke baan, ook aangetrokken door de reputatie, waarden en cultuur van de organisatie. Tijdens de onboarding is het dé kans om de nieuwe aanwinst te laten zien dat ze inderdaad thuishoren waar ze zich hadden voorgesteld, én om de kernwaarden en missie en visie van de organisatie nog eens uitgebreid aan bod te laten komen. Je wilt immers dat de nieuwe medewerker deze waarden ook echt eigen heeft gemaakt wanneer hij of zij straks zelfstandig aan het werk is.

Niet alleen de medewerker leert de organisatie kennen: ook andersom

Een goede onboarding waarin de medewerker zichzelf kan laten zien en vragen kan stellen, stelt bij uitstek de teamleader en het management in staat om de motivatie en ambities van de nieuwe medewerker te leren kennen en te begrijpen. Je leert over hun overtuigingen, hun werkethiek, hun ideeën en capaciteiten, en hun verwachtingen. En mogelijk ook de zaken die men zal moeten ‘ontleren’ omdat dat binnen jouw organisatie anders gaat dan dat ze gewend zijn.

Een goede onboarding biedt kansen voor organisatieverbetering

Een goede inwerkperiode met veel interactie en kennisuitwisseling biedt ook een kans voor de organisatie om feedback te krijgen van medewerkers die positief zijn ingesteld – ze hebben immers voor de organisatie gekozen en willen bij de organisatie werken – en tegelijkertijd nog vrij blanco zijn.

Input van nieuwe medewerkers, uit eerdere werkervaring of vanuit de schoolbanken, is een prachtige bron van informatie om de bestaande werkprocessen van de organisatie nog eens te ijken en misschien zelfs met goede, nieuwe ideeën te verbeteren.
Om deze redenen is nadenken over een goede, warme en informatierijke onboarding een zeer waardevol proces, iets waar we binnen Paragin veel energie in steken.

Benieuwd naar de onboarding bij ons in de praktijk? We zijn altijd op zoek naar nieuwe collega’s!


Op donderdag 5 maart vond voor de dertiende keer Hét Examencongres van de Nederlandse Vereniging voor Examens plaats. De locatie was voor het tweede jaar op rij het prachtige Kasteel de Schaffelaar. Paragin was als trots hoofdsponsor aanwezig op het congres, met twee presentaties én gewapend met een flinke berg Paragin-tassen met Paragin-chocoladerepen voor alle bezoekers!

In het mooie, statige kasteel in Barneveld vonden gedurende de dag workshops en presentaties over een breed scala aan examenonderwerpen plaats. Na het welkomstwoord van dagvoorzitter Anouk Mulder van eXplain was het onder meer de beurt aan Paraginner Monique Houtman, die samen met Corrie Schrameijer van de HAN University of Applied Sciences een presentatie gaf over Handin.

Handin, het nieuwe inlever- en beoordelingsplatform van de HAN
Monique en Corrie demonstreerden Handin, het nieuwe inlever- en beoordelingsplatform van de HAN op basis van MijnPortfolio. Het beoordelen van beroepsproducten vergt veel van de examenorganisatie en docenten van hogescholen, reden dus om tijdens de workshop vooral praktisch in te gaan op wat Handin de HAN aan voordelen biedt.

Met de vele verschillende beoordelingsformulieren, beoordelingsmethodieken en examenprocessen binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is Handin een efficiënt platform, dat ondersteuning biedt bij het plannen, inleveren, op plagiaat controleren, beoordelen en archiveren van werkstukken, verslagen en opdrachten van de studenten.

MijnPortfolio als Zwitsers zakmes
Eerder op de dag gaf directeur van Paragin Jeroen Bakker een presentatie voor een volgepakte zaal. Zijn workshop zoomde in op het ePortfolio als een Zwitsers zakmes: door het maken van de juiste mix aan functionaliteiten kunnen vele vormen van evalueren, beoordelen, examineren en certificeren worden vormgeven.

De ePortfolio’s waar wij vanuit Paragin bij betrokken zijn kennen dan ook vele verschijningsvormen: van examenplatforms met theorie en praktijk, gecombineerd tot reflectie-instrumenten voor 21st century skills, het beoordelen van werkstukken tot diverse vormen van 360° feedback, feedforward en peer feedback. Tijdens de workshop heeft Jeroen veel praktijkvoorbeelden laten zien en de aanwezigen geïnspireerd met concrete voorbeelden, zodat iedereen kon nadenken over de vormen die het beste bij de visie van hun organisaties zouden passen.

Naast de twee presentaties van Paragin waren er diverse andere interessante workshops en presentaties te volgen. Met onderwerpen als het wetenschappelijk beoordelen van praktijkexamens, contextrijk examineren, flexibilisering van toetsen, professionalisering van BKE en SKE (Basis- en Seniorkwalificatie Examinering) en conflicten over beoordelingen en hoe daarmee om te gaan, kwamen veel aspecten van het examineringsproces aan bod gedurende de dag. Met daarbij de prachtige locatie, ruim 150 bezoekers, een zeer gastvrije bediening en een top organisatie, waren alle ingrediënten voor een geslaagde en inspirerende dag aanwezig. We zijn er dan ook op trots op daar de hoofdsponsor van te zijn geweest, en kijken alweer uit naar de editie van volgend jaar!

Benieuwd naar een impressie van de dag? Met dank aan het team van Hoffelijk is Hét Examencongres gedurende de dag vastgelegd in een mooie video.


De Pictio Onderwijspodcast is een podcast over onderwijs in de breedste zin van het woord. In de nieuwste podcast werden Gerdineke van Silfhout (toetsdeskundige Stichting LeerplanOntwikkeling) en Jeroen Bakker (Paragin) geïnterviewd over formatief evalueren: wat is het? En hoe breng je dat in praktijk? En in hoeverre is formatief evalueren iets nieuws? Of doen we dit stiekem al heel veel in het onderwijs?

Wil je de podcast beluisteren? Dat kan hier.

 

Tijdens het gesprek zijn vele studies, boeken en artikelen voorbij gekomen. Een opsomming met links naar deze bronnen:

Toetsrevolutie in het voortgezet onderwijs
Toetsrevolutie in het hoger onderwijs
Wijze lessen Gulikers en Baartman
Effectief formatief evalueren door kleine stappen te zetten Gulikers en Baartman
Toolkit SLO
Dylan Williams
Dominique Sluismans
Hattie, John.  (2009). Visible Learning
Hattie, John.  (2012). Visible Learning For Teachers
NY: Routledge. Beter presteren
NOS-artikel over basisschooladviezen
AD-artikel over MBO-directeur die Engels wil afschaffen
Wytze Niezen vind je op LinkedIn
Wim Pelgrim vind je op zijn eigen site