Momenteel tijdens de Corona-crisis merken we dat er veel vraag is naar de mogelijkheden van remote proctoring of online proctoring. Zeker in deze tijd is online leren zeer relevant. Ook op het gebied van digitaal toetsen en online examineren zijn veel organisaties op zoek naar oplossingen hoe dit te doen in deze lastige tijd.

Op deze pagina hebben we de verschillende vormen van en informatie over remote proctoring verzameld. Tevens hebben we een korte handleiding opgenomen hoe remote proctoring is te regelen met RemindoToets met de marktleider van Nederland, ProctorExam.


Volwassenen in het onderwijs vormen een bijzondere doelgroep. Zij zijn vaak erg gedreven, want ze weten al dat hun carrièrestappen afhangen van het onderwijs. Online onderwijs heeft voor hen meestal de voorkeur, omdat ze hiermee zelfsturend kunnen zijn en dit eenvoudig kunnen plannen in hun drukke bestaan. Is deze doelgroep zo bijzonder dat het ook iets vraagt van onze leermaterialen of kunnen we hetzelfde aanbieden als aan onze jongere studenten?

Een leven lang leren gaat steeds beter in Nederland. In Nederland neemt ruim 19% van de volwassen werknemers deel aan (in)formeel onderwijs. Dat is ruim boven het Europese doel, dat stelt dat minstens 15% van de volwassen werknemers onderwijs moet volgen.
Dat betekent dat volwassenen steeds vaker in de schoolbanken plaatsnemen, hoewel de schoolbanken wellicht niet de juiste plek is voor deze doelgroep. Zo lijken volwassenen meer de voorkeur te hebben voor online onderwijs.

Er is in het verleden veel uitgebreid onderzoek gedaan naar onderwijs voor volwassenen. De bekendste theorie is van Knowles. Hij ontwierp de 4 andragogie-principes voor volwassenen. Andragogie betekent ‘de vorming van volwassenen’. De principes van Knowles verduidelijken met welke aandachtspunten rekening gehouden moet worden, wanneer onderwijs gegeven wordt aan volwassenen.

De principes van Knowles zijn:
1. Volwassenen moeten betrokken worden bij de planning en evaluatie van de lesinhoud.
2. De ervaringen van volwassenen (ook hun fouten) moeten de basis vormen van de leeractiviteiten.
3. Volwassenen hebben het meest interesse in onderwerpen die direct relevant zijn voor hun werk.
4. Leren voor volwassenen moet meer probleem-georiënteerd zijn dan inhoud-georiënteerd.

De basis van deze principes komen voort uit de wens om gebruik te maken van de voorkennis, zelfregulering en werkhouding die al aanwezig is bij de volwassen doelgroep. Het aanbieden van online onderwijs zou ideaal kunnen zijn voor volwassenen en aansluiten bij de 4 Knowles-principes. Je kunt immers vaker zelfsturend zijn en individueler het leerpad volgen.

Je ziet ook dat in de praktijk volwassenen vaker de voorkeur hebben voor e-learning in plaats van contactonderwijs. Meestal omdat deze doelgroep minder tijd ter beschikking heeft en dit efficiënt wil inzetten. De volwassen leerling is druk en wil leren wanneer het uitkomt. E-learning of ander online onderwijs zou daar een ideale oplossing voor kunnen bieden.
Toch mogen we er niet zomaar vanuit gaan dat volwassenen in staat zijn om zelf sturing te geven aan hun opleiding. De flexibiliteit die we aanbieden in ons online onderwijs, is voor volwassenen vaak ook een groot struikelblok. Veel volwassenen hebben last van een gebrek aan zelfvertrouwen. Volwassenen nemen een hoop voorkennis en ervaring mee, maar dit zijn regelmatig ook negatieve ervaringen, waardoor het ze niet altijd lukt om door te zetten. De docent heeft dus bij het begeleiden van volwassenen een belangrijke taak.

Om online onderwijs succesvol te maken, zijn er twee kenmerken waar zowel de jonge als de volwassen doelgroep aan moet voldoen: motivatie en discipline.

Zonder motivatie en discipline is het lastig om afstandsonderwijs goed te volbrengen. Tijdens contacturen kunnen docenten veel ondersteuning bieden bij het plannen van de opleiding en het motiveren van de studenten. Bij online onderwijs is deze hulp door studenten eenvoudiger af te wijzen. Dus zowel voor jongere als volwassen studenten is het belangrijk om aandacht te besteden aan het motiveren van studenten en het helpen bij het plannen van de studietaken.

Wanneer je afstandsonderwijs inricht voor volwassenen is daarnaast nog nuttig om rekening te houden met de volgende adviezen:
1. Volwassen studenten moeten in contact kunnen komen met andere studenten om informatie te kunnen delen.
2. Volwassen studenten moeten zich realiseren hoe waardevol hun ervaring en expertise is. Daar kunnen docenten hen bij helpen.
3. Docenten moeten volwassen studenten begeleiden in het leerproces door te helpen bij het plannen, het vinden van de leermaterialen/ bronnen en het aanmoedigen van studenten.

Op deze manier kunnen we van online onderwijs een optimale onderwijsvorm maken voor volwassenen en hen hopelijk helpen naar een mooi diploma of certificaat.

Bron: Darden, D. C. (2014). Relevance of the Knowles theory in distance education. Creative Education, 2014.


Iedere groeiende organisatie besteedt veel tijd en energie aan het vinden van nieuwe medewerkers. Het schrijven van wervende vacatureteksten, het doornemen van brieven en CV’s, het voeren van gesprekken met potentiële kandidaten: de zoektocht naar het vinden van het beste talent vergt veel aandacht. Daarom is het laatste wat je vervolgens wilt, dat een medewerker zich niet meteen thuis voelt en de organisatie al snel weer verlaat.

Hoe sneller een medewerker zich verbonden voelt met de doelen van de organisatie, hoe sneller men op de juiste manier aan de slag kan met het werk dat gedaan moet worden. Hoe eerder een medewerker op de hoogte is van zaken als de visie van de organisatie, de werkzaamheden die gedaan moeten worden, de vaardigheden die daarvoor nodig zijn, de interne communicatielijnen en dergelijke, hoe sneller hij of zij productief kan bijdragen.

En een nuttige bijdrage kunnen leveren draagt ook weer bij aan of men zich op zijn of haar plek zal voelen. Alle reden dus om te werken aan een warm welkom voor nieuwe medewerkers en hen het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van het team.

Het belangrijkste onderdeel daarvan is tijdens de eerste werkdagen en -weken zo snel en effectief mogelijk kennis delen vanuit en kennis maken met de organisatie. Daarmee worden de zaadjes gepland die zorgen voor een goede basis voor de komende jaren.
Een goede ‘onboarding’ van de medewerker mag dus niet over het hoofd worden gezien en het belang ervan mag niet worden onderschat als je wilt investeren in nieuw talent. Daarom delen we graag hoe wij hier bij Paragin mee bezig zijn.

Onboarding begint al vóór de eerste werkdag

Denk eens na hoe je een nieuwe medewerker zich al vóór de eerste werkdag zo welkom mogelijk kunt laten voelen. Dit kan door bijvoorbeeld een handboek op te stellen met een organisatie-omschrijving, tips, aandachtspunten en een toelichting op bijvoorbeeld de cultuur van de organisatie en die vooraf toe te sturen.

Ook de voorbereiding op de eerste werkdag is belangrijk: zorg er voor dat praktische zaken als de werkplek, een ingerichte laptop, en alle benodigde inlogaccounts allemaal direct op de eerste werkdag beschikbaar zijn. En dat alle collega’s waar de nieuwe medewerker de eerste dagen mee te maken krijgt, op de hoogte zijn van wie er gaat starten en wat diens taken gaan worden. Niets voelt minder welkom als wanneer niemand de moeite heeft genomen voorbereidingen te treffen of niemand je op lijkt te merken.

Betrek alle collega’s bij de onboarding van nieuwe medewerkers

Een warm welkom voor een nieuwe medewerker is een teamproces, waarbij bij voorkeur iedereen betrokken is waar de nieuwe medewerker mee gaat samenwerken de komende tijd. Door het plannen van een aantal presentaties waarin collega’s gestructureerd vertellen over werkzaamheden, producten en activiteiten, maar bijvoorbeeld ook over de visie van de organisatie, de wereld waarin de organisatie zich bevindt én praktische zaken als bij wie men moet zijn bij vragen of om bijvoorbeeld de reiskosten door te geven, krijgt een nieuwe medewerker meteen een vertrouwd gevoel.

Een goed onboardingsproces stelt hen daarmee in staat zich snel aan te sluiten op de werkcultuur van de organisatie, veel sneller dan wanneer ze het alleen zouden doen en alles zelf moeten vragen of ervaren.

Onboarding vermindert onzekerheid van medewerkers

De eerste keer dat je iets doet, voelt vaak onwennig. Aan de slag gaan bij een nieuwe organisatie is zelfs een aaneenschakeling van situaties waarin je dingen voor het eerst doet. Dit kan je onzeker maken. Geen enkele medewerker wil zich tijdens de eerste keer in de organisatie misplaatst voelen. Het is dus tijdens de onboarding van groot belang dat nieuwe medewerkers de geruststelling krijgen dat ze voor de juiste organisatie hebben gekozen én zich welkom en gewenst voelen.

Een effectief onboardingproces met een kennismaking met alle collega’s, de werkzaamheden en ‘hoe het bij de organisatie werkt’ resulteert in duurzame werkrelaties tussen nieuwe medewerkers en de ervaren bestaande medewerkers. Het proces maakt van een werkplek meer een thuis, waardoor stress door onzekerheid bij de nieuwe medewerkers wordt verminderd. Ook krijgen ze de kans om zich te binden aan andere medewerkers met wie hun rol overeenkomt.

De interacties met collega’s, teamleiders en management zijn efficiënte manieren voor medewerkers om er snel achter te komen wat er van hen verwacht wordt voor wat betreft hun rol in de organisatie. Op deze manier kan de nieuwe medewerker met een gerust hart zijn rol spelen in het realiseren van de doelstellingen en missie van de organisatie.

Onboarding biedt een kans om de kernwaarden van de organisatie te versterken

Als het goed is voelt het nieuwe talent dat net aangenomen is zich naast de leuke baan, ook aangetrokken door de reputatie, waarden en cultuur van de organisatie. Tijdens de onboarding is het dé kans om de nieuwe aanwinst te laten zien dat ze inderdaad thuishoren waar ze zich hadden voorgesteld, én om de kernwaarden en missie en visie van de organisatie nog eens uitgebreid aan bod te laten komen. Je wilt immers dat de nieuwe medewerker deze waarden ook echt eigen heeft gemaakt wanneer hij of zij straks zelfstandig aan het werk is.

Niet alleen de medewerker leert de organisatie kennen: ook andersom

Een goede onboarding waarin de medewerker zichzelf kan laten zien en vragen kan stellen, stelt bij uitstek de teamleader en het management in staat om de motivatie en ambities van de nieuwe medewerker te leren kennen en te begrijpen. Je leert over hun overtuigingen, hun werkethiek, hun ideeën en capaciteiten, en hun verwachtingen. En mogelijk ook de zaken die men zal moeten ‘ontleren’ omdat dat binnen jouw organisatie anders gaat dan dat ze gewend zijn.

Een goede onboarding biedt kansen voor organisatieverbetering

Een goede inwerkperiode met veel interactie en kennisuitwisseling biedt ook een kans voor de organisatie om feedback te krijgen van medewerkers die positief zijn ingesteld – ze hebben immers voor de organisatie gekozen en willen bij de organisatie werken – en tegelijkertijd nog vrij blanco zijn.

Input van nieuwe medewerkers, uit eerdere werkervaring of vanuit de schoolbanken, is een prachtige bron van informatie om de bestaande werkprocessen van de organisatie nog eens te ijken en misschien zelfs met goede, nieuwe ideeën te verbeteren.
Om deze redenen is nadenken over een goede, warme en informatierijke onboarding een zeer waardevol proces, iets waar we binnen Paragin veel energie in steken.

Benieuwd naar de onboarding bij ons in de praktijk? We zijn altijd op zoek naar nieuwe collega’s!


Op donderdag 5 maart vond voor de dertiende keer Hét Examencongres van de Nederlandse Vereniging voor Examens plaats. De locatie was voor het tweede jaar op rij het prachtige Kasteel de Schaffelaar. Paragin was als trots hoofdsponsor aanwezig op het congres, met twee presentaties én gewapend met een flinke berg Paragin-tassen met Paragin-chocoladerepen voor alle bezoekers!

In het mooie, statige kasteel in Barneveld vonden gedurende de dag workshops en presentaties over een breed scala aan examenonderwerpen plaats. Na het welkomstwoord van dagvoorzitter Anouk Mulder van eXplain was het onder meer de beurt aan Paraginner Monique Houtman, die samen met Corrie Schrameijer van de HAN University of Applied Sciences een presentatie gaf over Handin.

Handin, het nieuwe inlever- en beoordelingsplatform van de HAN
Monique en Corrie demonstreerden Handin, het nieuwe inlever- en beoordelingsplatform van de HAN op basis van MijnPortfolio. Het beoordelen van beroepsproducten vergt veel van de examenorganisatie en docenten van hogescholen, reden dus om tijdens de workshop vooral praktisch in te gaan op wat Handin de HAN aan voordelen biedt.

Met de vele verschillende beoordelingsformulieren, beoordelingsmethodieken en examenprocessen binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is Handin een efficiënt platform, dat ondersteuning biedt bij het plannen, inleveren, op plagiaat controleren, beoordelen en archiveren van werkstukken, verslagen en opdrachten van de studenten.

MijnPortfolio als Zwitsers zakmes
Eerder op de dag gaf directeur van Paragin Jeroen Bakker een presentatie voor een volgepakte zaal. Zijn workshop zoomde in op het ePortfolio als een Zwitsers zakmes: door het maken van de juiste mix aan functionaliteiten kunnen vele vormen van evalueren, beoordelen, examineren en certificeren worden vormgeven.

De ePortfolio’s waar wij vanuit Paragin bij betrokken zijn kennen dan ook vele verschijningsvormen: van examenplatforms met theorie en praktijk, gecombineerd tot reflectie-instrumenten voor 21st century skills, het beoordelen van werkstukken tot diverse vormen van 360° feedback, feedforward en peer feedback. Tijdens de workshop heeft Jeroen veel praktijkvoorbeelden laten zien en de aanwezigen geïnspireerd met concrete voorbeelden, zodat iedereen kon nadenken over de vormen die het beste bij de visie van hun organisaties zouden passen.

Naast de twee presentaties van Paragin waren er diverse andere interessante workshops en presentaties te volgen. Met onderwerpen als het wetenschappelijk beoordelen van praktijkexamens, contextrijk examineren, flexibilisering van toetsen, professionalisering van BKE en SKE (Basis- en Seniorkwalificatie Examinering) en conflicten over beoordelingen en hoe daarmee om te gaan, kwamen veel aspecten van het examineringsproces aan bod gedurende de dag. Met daarbij de prachtige locatie, ruim 150 bezoekers, een zeer gastvrije bediening en een top organisatie, waren alle ingrediënten voor een geslaagde en inspirerende dag aanwezig. We zijn er dan ook op trots op daar de hoofdsponsor van te zijn geweest, en kijken alweer uit naar de editie van volgend jaar!

Benieuwd naar een impressie van de dag? Met dank aan het team van Hoffelijk is Hét Examencongres gedurende de dag vastgelegd in een mooie video.


De Pictio Onderwijspodcast is een podcast over onderwijs in de breedste zin van het woord. In de nieuwste podcast werden Gerdineke van Silfhout (toetsdeskundige Stichting LeerplanOntwikkeling) en Jeroen Bakker (Paragin) geïnterviewd over formatief evalueren: wat is het? En hoe breng je dat in praktijk? En in hoeverre is formatief evalueren iets nieuws? Of doen we dit stiekem al heel veel in het onderwijs?

Wil je de podcast beluisteren? Dat kan hier.

 

Tijdens het gesprek zijn vele studies, boeken en artikelen voorbij gekomen. Een opsomming met links naar deze bronnen:

Toetsrevolutie in het voortgezet onderwijs
Toetsrevolutie in het hoger onderwijs
Wijze lessen Gulikers en Baartman
Effectief formatief evalueren door kleine stappen te zetten Gulikers en Baartman
Toolkit SLO
Dylan Williams
Dominique Sluismans
Hattie, John.  (2009). Visible Learning
Hattie, John.  (2012). Visible Learning For Teachers
NY: Routledge. Beter presteren
NOS-artikel over basisschooladviezen
AD-artikel over MBO-directeur die Engels wil afschaffen
Wytze Niezen vind je op LinkedIn
Wim Pelgrim vind je op zijn eigen site


Wanneer je als student vroeger een presentatie moest voorbereiden, ging je in de bibliotheek op zoek naar een boekje waar alles in stond. Met dat boekje bereidde je je voor. Tegenwoordig bereiden studenten zich heel anders voor. Ze zoeken hun informatie op internet en lezen het digitaal. Ook bij het aanbieden van lesmaterialen maken we steeds vaker gebruik van het internet. In plaats van een lesboek, krijgt de student nu steeds vaker de opdracht: ‘zoek uit op internet wat de beste manier is om…’ Studenten maken graag gebruik van internet en zullen daar in de toekomst ook mee werken, dus: een win-win situatie. Er is dan nog één struikelblok waar we rekening mee moeten houden: het digitaal lezen.

We gebruiken het internet dagelijks om te zoeken naar informatie. Voor het werk, voor school of voor ons plezier. Ook studenten zijn er iedere dag mee bezig en scholen sluiten zich graag aan bij technologische ontwikkeling. Onderzoek in Amerika (Purcell et al 2012) toonde aan dat meer dan 95% van de docenten het internet gebruikt in de lesopdrachten. Dat is ook heel logisch. Het internet is een waardevolle bron van informatie. Boeken zijn vaak al weer verouderd wanneer ze worden uitgegeven. Actueler dan het internet krijg je het niet.

Studenten worden vaak ondersteund bij het gebruik van het internet, met behulp van lessen in mediawijsheid. Maar digitaal lezen, is daar meestal geen onderdeel van. Dat terwijl onderzoek duidelijk laat zien dat digitaal lezen behoorlijk wat lastiger is dan het zogenaamd lineair lezen.
Teksten op het internet zijn meestal verdeeld over meerdere pagina’s, waarin vaak wordt gelinkt naar andere pagina’s met nog veel meer informatie. Terwijl één pagina in beeld is, is er een enorme hoeveelheid aan informatie niet zichtbaar. Je kunt niet direct zien hoe groot de informatiebron is en hoe deze is georganiseerd. Gelukkig hoef je meestal niet alles te lezen voor een lesopdracht en ben je op zoek naar specifieke informatie, maar het kan voorkomen dat je die informatie niet vindt omdat je niet de juiste pagina’s opent. Navigeren door de informatie is belangrijk en vraagt iets van de vaardigheden van de leerling.

Onderzoek van Hahnel et al (2016) laat zien dat leerlingen om digitale teksten te kunnen lezen, ook computervaardigheden en informatievaardigheden nodig hebben, zodat ze beter digitale teksten kunnen begrijpen en de relevante informatie kunnen vinden. Hoe ga je om met de omgeving en beslis je of de beschikbare informatie nuttig is?
Je zou denken dat dit wel vanzelf gaat wanneer mensen steeds vaker op hun telefoon of recreatief digitaal lezen. Ook zeggen docenten vaak: mijn studenten zijn handiger met het internet dan ik. Nu kunnen hun technische vaardigheden wel beter zijn, maar onderzoek laat zien dat dit niet helpt bij het digitaal lezen en pleit voor het aanbieden van computervaardigheidstrainingen en extra ondersteuning.

Hoe kun je leerlingen helpen bij het omgaan met de digitale informatie?
Brand-Gruwel et al (2005) hebben veel handreikingen gedaan rondom media-wijsheid. Het onderzoek van Hahnel laat zien dat het verbeteren van de vaardigheid in het verzamelen van informatie, ook het digitaal lezen verbetert. Om dit te verbeteren bieden zij de volgende systematiek aan:
1. het verhelderen van de zoekvragen;
2. het bepalen van de zoekstrategie;
3. het beoordelen en selecteren van informatie;
4. het bestuderen van de gevonden informatie;
5. het presenteren van de informatie door middel van bijvoorbeeld een werkstuk.

Afhankelijk van de doelgroep kun je hiervoor proceswerkbladen gebruiken. Op deze website vind je hierover meer informatie.

Het aanbieden van digitale informatie is handig, actueel en in enorme hoeveelheden beschikbaar. Het is belangrijk om als docent je af te vragen of het altijd nuttig is. Bied je een zee aan informatie aan, omdat je wilt dat de student zelf de informatie kritisch beoordeelt of zijn zoekvaardigheid verbetert? Of is het slimmer om zelf de informatieselectie te doen en een document aan te reiken?

Bronnen:
Brand-Gruwel, S., Wopereis, I. & Vermetten, Y. (2005). Information problem solving by experts and novices: analysis of a complex cognitive skill. Computers in Human Behaviour, 21, 487-508
Hahnel, C., Goldhammer, F., Naumann, J., & Kröhne, U. (2016). Effects of linear reading, basic computer skills, evaluating online information, and navigation on reading digital text. Computers in human behaviour, 486-500.
Kanniainen, L., Kiili, C., Tolvanen, A., Aro, M., & Leppänen, P. H. (2019). Literacy skills and online research and comprehension: struggling readers face difficulties online. Reading and Writing, 32(9), 2201-2222.
Keskin, H. K., Baştuğ, M., & Atmaca, T. (2016). Factors Directing Students to Academic Digital Reading. Education & Science/Egitim ve Bilim, 41(188).
Purcell, K., Rainie, L., Heaps, A., Buchanan, J., Friedrich, L., Jacklin, A. & Zickuhr, K. (2012). How teens do research in the digital world. Pew Internet & American Life Project.


Het Nederlands onderwijs is heel toetsgericht. Er hangt veel af van de toetsprestaties van mensen. Het is dus niet verrassend dat toetsangst een probleem is voor veel studenten. Een probleem dat ervoor zorgt dat de prestatie van studenten lager wordt, wanneer er meer stress wordt ervaren. Maar het is niet alleen een probleem van de student. Ook onderwijsprofessionals maken zich er zorgen over. Hoe kun je beslissingen nemen, wanneer prestaties die worden geleverd niet representatief zijn voor de competenties van de studenten? Toetsangst verminderen is dus heel belangrijk. We geven je hiervoor 8 tips.

Onderzoek laat zien dat er een curve-relatie bestaat tussen angst en prestatie. Dat betekent dat een redelijke hoeveelheid stress ook een motiverend effect kan hebben. Het kan studenten motiveren om effectief te studeren en hun best te doen. Maar wanneer de angst een bepaald niveau overstijgt, verlaagt het de prestatie. Het is dus belangrijk om te werken aan het voorkomen en verminderen van toetsangst bij studenten. Dit helpt om de validiteit van je toetsresultaten te vergroten. Je meet tenslotte niet of studenten in staat zijn om onder extreme druk nog goed te presteren, je wilt meestal iets anders meten (namelijk de competentie).

Er is veel onderzoek gedaan naar het verminderen van toetsangst. Onderzoekers geven de volgende tips:

  1. Studenten met toetsangst kunnen baat hebben bij ontspanningstrainingen. In veel scholen wordt dit opgepakt door een interne medewerker die een aantal simpele ontspanningsoefeningen kan aanleren.
  2. Angstige studenten zijn sneller afgeleid door geluid en/of visuele prikkels dan niet angstige studenten. Voor deze studenten is het dus extra belangrijk om eventuele verstoringen zoveel mogelijk te beperken.
  3. Maak van de toets geen levensbelangrijke situatie. Hoewel het logisch is om te laten weten hoe belangrijk de toets is, help je studenten niet wanneer je ze aangeeft dat dit de belangrijkste toets is die ze in hun leven gaan maken en waar hun hele toekomst vanaf hangt.
  4. Bied voorafgaand aan de toets een moment waarop je de hoofdstukken die getoetst gaan worden, nog eens op hoofdlijnen doorneemt. Of doe dit digitaal door puntsgewijs aan te geven waarop getoetst gaat worden.
  5. Sorteer de vragen in de toets van makkelijk tot moeilijk, zodat de toets begint met de eenvoudige vragen. Je voorkomt daarmee plotselinge stijging van angst tijdens de toets. Wanneer de eerste vraag al heel lastig is, krijgt de student te maken met een plotseling gebrek aan vertrouwen. Dit kun je voorkomen door de eenvoudige vragen als eerste te stellen. Dit heeft wel wat technische nadelen doordat je je vragen meestal presenteert per onderwerp. Probeer dan binnen het onderwerp te sorteren van eenvoudig naar moeilijker.
  6. Wanneer het mogelijk is, verspreid de toets dan over kleinere toetsen die je gedurende het schooljaar al afneemt. Hiermee voorkom je dat alles afhangt van die ene toets en dat ene moment.
  7. Bereid je studenten voor op het maken van de toets door ze wat toets-strategieën aan te leren. Een voorbeeld hiervan is dat je de studenten eerst de vraag laat beantwoorden, voordat ze naar de antwoordmogelijkheden kijken. Ook is het belangrijk dat studenten voordat ze de summatieve toets maken, eerst al hebben kennis gemaakt met het de toetssoftware.
  8. Wanneer de studenten gaan zitten voor de toets en klaar zijn om te beginnen, voorkom dat je in onnodige discussies terecht komt. Ga geen nutteloze praatjes aan, maar laat ze snel beginnen.

Bron: Reynolds, C. R., Livingston, R. B., Willson, V. L., & Willson, V. (2010). Measurement and assessment in education. Upper Saddle River: Pearson Education International.