Click here to read the original, English article.


Paragin heeft in de loop der jaren contacten gelegd met organisaties in verschillende landen in Europa. Onze software is uitgebreid met extra talen en in de loop van 2020 zijn er drie internationale collega’s bijgekomen! Ze zullen ons vertellen over hun ervaring met werken in Nederland, nadat Jeroen Bakker, een van de oprichters van Paragin, heeft verteld hoe de internationale klantcontacten tot stand zijn gekomen.

Jeroen: “Toen we Paragin oprichtten, hadden we geen specifieke focus op internationale contacten. Er is tenslotte veel werk aan de winkel in Nederland. Toch kan onze software heel goed verschillende organisaties in heel Europa ondersteunen. Dat blijkt uit een aantal van onze partners die zeer nauw hebben samengewerkt met internationale klanten. Daarnaast hebben verschillende contacten ons zelf benaderd, bijvoorbeeld een grote school voor praktijkonderwijs in Vlaanderen en diverse exameninstellingen.

Het is belangrijk om vanuit verschillende invalshoeken input te krijgen. Het is goed voor onze creativiteit en het is ook iets wat ik persoonlijk erg leuk vind. Gebruikers in andere landen delen hun mening en ideeën met ons en het is interessant om de verschillen te zien. In Frankrijk en Italië vinden leraren het bijvoorbeeld belangrijk om hulpmiddelen te gebruiken waar ze zich het prettigst bij voelen, terwijl Nederlandse leraren er over het algemeen erg voor openstaan om iets nieuws te proberen. Een ander voorbeeld is Duitsland, waar het volgen van procedures zeer gewaardeerd wordt. Ook is er contact met een organisatie in Letland, dat een zeer vergelijkbaar perspectief heeft als wij hier in Nederland! We ontmoetten elkaar bij een SUSTEIN congres, en ze vonden onze software erg interessant.

Met al deze internationale contacten heeft onze software natuurlijk extra talen nodig. Vertalingen worden vaak door de organisaties zelf verzorgd. We hadden wel zelf iemand ingehuurd om de Duitse taal toe te voegen.
Vorig jaar hebben we drie internationale collega’s aangenomen, een primeur voor onze organisatie! Met de hulp van een recruiter, Huxley, konden we in contact komen met de juiste mensen voor ons ontwikkelteam.”

We vragen collega’s Stefano, Naziha en Aimilia over hun ervaringen met het werken in Nederland en bij Paragin!

 

Hoe heb je Paragin gevonden en hoe ben je met ons in contact gekomen?

Stefano: Ik werkte voor een groot e-commercebedrijf, maar vond mijn baan niet bevredigend genoeg en ik was op zoek naar een functie die meer impact zou hebben. Ik ben in het verleden leraar geweest, dus het zou een pluspunt zijn om op de een of andere manier verbonden te zijn met het onderwijsveld. Ik leerde Paragin en hun werkterrein kennen en het leek me meteen de ideale plek. We namen contact op, ik had veel plezier met het assessment dat ik vooraf maakte; ik denk dat het de meest interessante opdracht is geweest die ik ooit heb gedaan. De rest is geschiedenis!

Naziha: Ik kwam in contact met Paragin via een recruiter. Mijn eerste ontmoeting was met Peter en Remko en daarna werd ik aangenomen om met het ontwikkelteam aan RemindoToets te werken!

Aimilia: Mijn eerste contact met Paragin kwam tot stand via LinkedIn en meer specifiek via een gesprek met een wervingsbureau. We bespraken verschillende opties en daarvan vond ik Paragin de meest interessante en intrigerende! Mijn eerste gesprek met Peter en Remko was face-to-face, met een gemoedelijke sfeer.

 

Wat was je ervaring in de eerste weken dat je bij Paragin werkte? Was het moeilijk voor je om te wennen aan het spreken in het Engels, of had je vooraf een vergelijkbare werkomgeving?

S: Ik kom uit Ascoli Piceno, een kleine stad in Italië. Het was daar moeilijk om in een meer internationale omgeving te werken en ik keek altijd naar uit een dergelijke ervaring. Ik geniet er erg van en ben gewend om in het Engels te praten. Verder denk ik dat het proberen om Nederlands te leren erg belangrijk is, om meer te integreren en inzicht te krijgen in de cultuur en de sociale dynamiek. Nederlands is echter niet gemakkelijk te leren, dus het duurt even!

N: De eerste weken bij Paragin waren vol afspraken met collega’s en veel informatie om op te nemen en te verwerken. Ik herinner me ook dat mijn eerste weken / maanden erg vermoeiend waren, ook vanwege reizen naar kantoor. Wat betreft de taal had ik al dezelfde ervaring in mijn vorige baan, waar iedereen Engels als tweede taal sprak.

A: Mijn eerste 2 weken bij Paragin in 1 woord: leuk! Aan dat gevoel moeten we een heel klein beetje eenzaamheid toevoegen, want mijn onboarding vond plaats tijdens coronatijd, waardoor niet iedereen op kantoor aanwezig kon zijn. Aanpassen aan een Engelse context was voor mij geen probleem, aangezien ik nu bijna 3 jaar in Nederland ben en eerder in vergelijkbare situaties heb gewerkt. Het onboarding-proces was verreweg het beste dat ik ooit heb meegemaakt! Complimenten aan Paragin en het ontwikkelingsteam voor het opzetten hiervan!

 

Kun je een paar dingen noemen die anders zijn, wanneer je de Nederlandse werkcultuur vergelijkt met die in je thuisland en / of de cultuur die je gewend bent? Dit kan van alles zijn, van lunchtijden tot de manier van communiceren. Als je geen duidelijke verschillen hebt, waren er misschien dingen die verrassend veel op elkaar leken?

S: Natuurlijk zijn er veel kleine maar interessante verschillen en aangezien ik in het verleden consultant ben geweest, heb ik de vaardigheden om tussen de regels door te kijken en de onderliggende problemen te begrijpen. Het grootste verschil dat ik zie in de werkcultuur is dat je in Italië wel weet wanneer je naar kantoor gaat, maar je weet nooit wanneer je weer naar huis gaat. Vanuit mijn ervaring weerspiegelt dit altijd enigszins het slechte management binnen het bedrijf, dus ik waardeer het goede werkklimaat hier in Nederland, met goed management.

N: Zowel mijn studententijd als de start van mijn loopbaan waren in Spanje en er zijn een paar duidelijke verschillen met Nederland. Spanjaarden zijn veel expressiever dan Nederlanders. Ze praten veel meer en ze zijn luider! De verschillende lunchtijden waren een grote verandering, want in Spanje nemen de meeste mensen ongeveer twee uur de tijd om naar huis te gaan om te eten, te ontspannen en dan weer aan het werk te gaan. Dit gebeurt niet in Nederland. En tot slot: Nederlanders zijn wat mij betreft meer georganiseerd. Alles is van tevoren gepland. Ik denk dat dit een van de redenen is, die het succes van Nederland als land kunnen verklaren.

A: Het eerste dat bij me opkomt, zijn de verschillen in de manier waarop we lunchen, met veel collega’s tegelijk en in een specifiek tijdvak. In Griekenland lijken we lunches niet zo op waarde te schatten. Meestal besteden we maar weinig tijd (15 minuten of zo) om te lunchen, soms achter de computer. Er zijn ook communicatieve verschillen. In mijn land communiceren we heel indirect, terwijl we in Nederland veel directer zijn. Het kostte me wat tijd om hieraan te wennen, maar uiteindelijk slaagde ik erin om over te schakelen. Ik denk dat ik de voorkeur geef aan de directe manier van werken.

 

Denk je dat Nederland in het algemeen goed werk levert aan het huisvesten van internationals / expats? Misschien is er ook iets dat je niet leuk vindt?

S: Nederland is een geweldige plek voor expats, zeker na de Brexit zou het echt het nieuwe internationale centrale knooppunt van Europa kunnen worden. Hoewel ik denk dat het land zich nog niet zo bewust is van deze mogelijkheid. Hoewel het aan de ene kant mogelijk is om hier te wonen terwijl je alleen Engels spreekt, zie ik dat veel Nederlanders niet echt voorbereid zijn op zo’n snel veranderend scenario, vooral in kleinere steden. Nederlands is een moeilijke taal om te leren en en wordt weinig gebruikt buiten het land zelf (in plaats van het Spaans of Engels, dat je het bijna overal ter wereld kunt gebruiken). Het zou zijn leuk als Nederland bereid zou zijn om Engels in een sneller tempo te omarmen, zodat expats hierdoor makkelijker kunnen integreren.

N: Het hangt af van de expat die je bent en waar je vandaan komt. Het was verrassend om te ervaren dat iemands achtergrond in combinatie met hun naam voor sommige mensen een barrière kan zijn.

A: Accommodatie in Nederland vind ik prima. Engels is hier voor de meeste mensen bijna een 2e taal en faciliteiten zijn overal te vinden. Inburgeren kan echter soms ontmoedigend zijn, vooral als iemand de Nederlandse taal helemaal niet kent.

 

Kun je een grappige of gedenkwaardige situatie bedenken die je tegenkwam bij Paragin of in Nederland?

S: Ik voelde toch een “eetcultuurschok” toen ik vanuit Italië naar Nederland kwam, zowel bij de lunch als het ontbijt. En het verschil begrijpen tussen Italiaanse en Nederlandse koffie!

N: Misschien niet per se grappig, maar het is iets dat ik eerder veel heb heb gehoord en nu kon beseffen: de culturele invloeden kunnen erg belangrijk zijn om grappen van andere mensen te begrijpen!

A: Ik herinner me aantal grappige momenten tijdens mijn sollicitatie. Normaal schudden we elkaar de hand, maar het voelde erg ongemakkelijk omdat vanwege Corona we niet in staat waren om handen te schudden of dichterbij te komen.


Als je dit artikel liever in het Nederlands leest, klik dan hier.


Over the years, Paragin has gained customers from various countries in Europe. Our software has expanded with additional languages and over the course of 2020, three international colleagues have joined the organisation! They’ll walk us through their experience with working in the Netherlands after Jeroen Bakker, one of Paragin’s founders, will talk about how the international contacts came to be.

Jeroen: “When we founded Paragin, we didn’t have a specific focus on international contacts. There’s a lot of work to be done in the Netherlands, after all. Still, our software is very capable of supporting different organisations all around Europe. This is shown by some of our partners that have been working very closely with international customers. In addition to that, several contacts approached us themselves, for example a school located in Flanders (Belgium).”

“It’s important to have input from different points of view. It’s great for our creativity and it’s something I personally enjoy. Users in other countries share their thoughts with us and it’s interesting to see the differences. For example, in France and Italy, teachers feel it’s important to use what they are most comfortable with, whereas Dutch teachers are generally interested in trying something new. Another example is Germany, where following procedures is valued highly. Then there’s Latvia, which has… a very similar perspective as we do in the Netherlands! We met our contact there through a SUSTEIN convention and they really like what we are doing.”

Of course, with all these international contacts, the Remindo-software needs additional languages. These are often provided by the organisations themselves. We did hire someone so we could add the German language.

Last year, we hired three international colleagues, which was a first for our organisation! With the help of a recruiter, Huxley, we were able to connect with the right people for our developer team.”

Stefano, Naziha and Aimilia will gladly explain their experiences below by answering a few questions!

How did you find and/or come into contact with Paragin?

Stefano: I was working for a big ecommerce company at the time, but my job was not fullfilling enough and I was looking for a position that would have more impact. I’ve been a teacher in the past, so it would be a plus to be somehow related back to the education field. I found out about Paragin and their field of work, and it immediately looked like the ideal place for me. We got in touch, I had a lot of fun doing their assignment and I think it has been the most interesting assignment that I ever did. And the rest is history!

Naziha: I came into contact with Paragin through a recruiter. My first meeting was with Peter and Remko and afterwards I was hired for the development team to work on the Remindo software!

Aimilia: My first contact in relation with Paragin was initiated via LinkedIn and more specifically through a discussion with a recruitment agency. We were discussing several options and out of those I found the most interesting and intriguing one to be Paragin! My first talk with Peter and Remko was face-to-face, casual with an easy-going atmosphere.

 

What was your experience in the first weeks of working at Paragin? Was it difficult for you to adjust to talking in English, or did you have a comparable working environment beforehand?

S: I come from Ascoli Piceno, a somewhat small city from Italy, I could say I always had a hard time there to be in a more international environment, so I always looked forward having a more rich experience of that type. I enjoy and am used to talking in English. Other than this I also think that trying to learn Dutch is very important as a way to integrate more and understand about the culture and the social dynamics. Dutch is not easy to learn though, so it takes a while!

N: The first weeks at Paragin were full of meetings and a lot of information to absorb and process. I also remember that my first weeks/months were very tiring, especially because of all the transport I had to take in order to get to the office. Regarding the language, I already had the same experience in my previous job where everyone spoke English as a second language. So no problems there!

A: My first 2 weeks at Paragin in 1 word: fun! To that feeling we have to add a very small amount of loneliness, because my on-boarding took place during corona times so not everyone could be present in the office. Adjusting to an English context was no issue for me, since I have been in the Netherlands for almost 3 yrs now, while working in similar environments. The on-boarding process was by far the best one I have ever experienced! Congratulations to Paragin and the development team for setting this up!

 

Can you name a few things that are different when comparing the Dutch working-culture with the one in your home country and/or the culture you’re used to? This could be anything, from lunch times to the way of communicating. If you have no obvious differences, perhaps there were things that were surprisingly similar?

S: Of course there are a lot of small but interesting differences and since I have been a consultant in the past, I have the skills to see in between the lines and understand the underlying issues. The biggest difference I see about the working culture is that in Italy it is more likely to happen that you know when you go to the office, but you never know when you go back home. From my experience this always somewhat reflect poor management from the owner of the company, so I appreciate the effort here in the Netherlands to keep a healthy environment with a proper management.

N: Both my student and professional life were in Spain before I came to the Netherlands, there’s a few very obvious differences. Spanish people are much more expressive than Dutch people. They speak a lot more and they’re louder! The different lunch times were a big change, because in Spain, most people take about two hours to go home to eat, relax and then go back to work. This is not done in the Netherlands. And lastly: Dutch people are more organized, in my opinion. Everything is planned beforehand. I think this is one of the reasons that can explain the success of the Netherlands as country.

A: The first thing that comes to my mind is the differences in the way we eat lunches with many colleagues at the same time and in a specific time-slot. In my country we do not seem to appreciate lunches this much, so most of the time we spend only a little while (15 minutes or so) to finish our lunch, sometimes just in front of our computer. There are also communication-related differences. For example in my country we use indirect communication while in the Netherlands direct communication. This took me some time to get accustomed to but eventually I managed to switch. After the switch I think I do prefer the direct way of things.

 

Do you think that the Netherlands in general does a good job at accommodating internationals/expats? Perhaps there’s also something that you dislike about it?

S: The Netherlands is a great place for expats, especially after Brexit it could really become the new international central hub of Europe. Unfortunately I think the country is just not much aware yet of this opportunity so it’s not properly investing on it. While from one side it is possible to live here while only speaking English, I see a lot of Dutch people not really prepared for such a fast changing scenario, especially in smaller cities. Dutch is a hard language to learn and there is not much other use for it other than in the country itself (like it would be for Spanish or English languages for example, that you can use it almost anywhere in the world) so it would be nice if the Dutch country would be willing to embrace English at a faster pace while giving expat the chance to integrate more easily.

N: It depends on the expat you are and where you are from. It was surprising to experience that someone’s background combined with their name can be a barrier for some people and that was my case.

A: Accommodation in the Netherlands is fine in my opinion. English is almost like a 2nd language here for most people and facilities can be found everywhere. However integrating can be daunting sometimes especially if someone is not familiar with the Dutch language at all.

 

Can you think of a funny or otherwise memorable situation you encountered at Paragin or in the Netherlands?

S: Coming from Italy, I can’t help but feel that “food culture shock” could be behind the corner at any time, like the way lunch and breakfast are handled here, and understanding the difference between Italian coffee and Dutch one!

N: Maybe not exactly funny, but it is something I heard a lot before and could realize now: the cultural influences can be really important to understand jokes of other people!

A: I remember having some funny moments in the 1st face-to-face interview, normally we shake hands but in covid times we felt awkward for not being able to shake hands or come closer.. we had some fun there 🙂


Het is altijd prettig als je op een leuke manier de prestaties van leerlingen kunt verbeteren. In Canada is in 2019 onderzoek gedaan naar de inzet van muzieklessen en hoe dit terug is te zien in de leerprestaties. Twee onderzoekers vergeleken de prestaties en cijfers van leerlingen tussen 12 en 18 jaar.

In het onderzoek zijn drie vakken meegenomen om de prestaties te onderzoeken: Engels, wiskunde en wetenschap. Van elke leerling zijn deze cijfers meegenomen en vergeleken met hun onderwijs in muziek. Hiervan hebben de onderzoekers vier onderdelen onder de loep genomen.

  • De mate van participatie tijdens de muzieklessen.
  • Welk soort participatie de leerling liet zien, bijvoorbeeld het aanleren van een instrument.
  • De cijfers die gehaald worden voor muziekexamens.
  • De betrokkenheid bij het volgen van lessen, gemeten door het totaal aantal lessen.

Na het uitvoeren van het onderzoek bleek dat de leerlingen die betrokken waren bij muziek gemiddeld hogere cijfers haalden dan leerlingen met een lage betrokkenheid. Dit gold voornamelijk voor degenen die een instrument bespeelden tijdens muziekles. De leerlingen die hoge cijfers haalden voor muziekexamens kregen gemiddeld ook hogere cijfers voor de andere drie vakken. De onderzoekers hebben onder andere culturele achtergrond, sekse en socio-economische status meegenomen bij het analyseren van de data. Deze waren niet van invloed op de gevonden resultaten.

Verder doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen. Zo stellen ze voor om muziekdocenten nummers te laten behandelen die populair zijn onder de leerlingen. Dit zou volgens hen de betrokkenheid kunnen verhogen, wat mogelijk leidt tot verbetering van prestaties. Het leren zingen of bespelen van een instrument helpt daarbij ook om de leerlingen een eigen identiteit te laten ontwikkelen. Als afsluiting benadrukken de onderzoekers het belang van muzikale ontwikkeling van leerlingen, omdat op basis van de resultaten op alle onderzochte gebieden vooruitgang van prestaties wordt aangetoond.


Bron: Guhn, M., Emerson, S. D., & Gouzouasis, P. (2019). A population-level analysis of associations between school music participation and academic achievement. Journal of Educational Psychology. Advance online publication.


Het kan gebeuren dat je bij het maken van een les of ander onderwijsmateriaal tegen het auteursrecht aanloopt. Dit betekent dat je niet zomaar de betreffende afbeeldingen of tekst kunt gebruiken om er zelf iets mee te ontwerpen. Open leermiddelen zijn hier een oplossing voor. 

Wat is een open leermiddel?

Een open leermiddel bestaat uit onderwijsmateriaal, wat gratis gebruikt en gedistribueerd mag worden. Het valt vaak onder een open licentie zoals Creative Commons, of het wordt online op een publiek toegankelijk domein geplaatst. Internationaal staan deze leermiddelen vooral bekend als Open Educational Resources (OER).

Met de oprichting van Creative Commons (CC) als vervanging van traditionele auteursrechten, werd het makkelijker om bepaalde informatie te kopiëren en verspreiden. Bij een dergelijke licentie hoef je namelijk niet meer om toestemming te vragen voor het gebruik. Dit maakt het voor ontwikkelaars van onderwijsproducten minder ingewikkeld en scheelt het tijd en/of geld.

Dit betekent echter niet dat er helemaal geen verplichtingen aan vast zitten! Onder Creative Commons kunnen er nog steeds één of meerdere voorwaarden aan de verspreiding zitten. Hier zijn vier categorieën voor bedacht:

  • Naamsvermelding: als een CC-licentie dit onderdeel bevat, ben je verplicht om de naam van de maker te vermelden.
  • Niet-commercieel: in dit geval is het niet toegestaan om geld te verdienen met het gebruik van dit werk. Wat wel mag, is het inzetten voor bijvoorbeeld een les op school.
  • Geen afgeleide werken: dit geeft aan dat je een werk niet mag veranderen, ongeacht op welke manier dat gebeurt. Het werk mag wel gepubliceerd worden.
  • Gelijk delen: als je een afgeleid werk met dit label publiceert, moet dit een identieke licentie hebben als het origineel.

Er zijn in totaal zes licenties opgesteld die maximaal drie van deze categorieën bevatten. Deze zijn hier te vinden.

Voorbeelden van websites met open middelen

In Nederland is in 2008 door het ministerie van OCW een omgeving opgericht, wat moet dienen als database voor openbaar toegankelijk lesmateriaal. Wikiwijs.nl bevat, op het moment van schrijven, bijna 420.000 lessen. Deze zijn van verschillend niveau, lopend van primair onderwijs tot aan hbo.

Een aantal universiteiten en hogescholen bieden lesmateriaal of zoekmachines aan, om open leermiddelen te vinden. Zo hebben bijvoorbeeld de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam een pagina waar cursussen en tekstboeken staan die een open licentie hebben. Ook kunnen hoger onderwijsbibliotheken docenten helpen bij het creëren, bewerken en vinden/vindbaar maken van open leermaterialen. Met dank aan de Hogeschool Rotterdam voor deze tip!

Ook met Google kun je heel eenvoudig afbeeldingen vinden met een Creative Commons-licentie. Zoek op je gewenste term en navigeer naar het tabblad Afbeeldingen. Wanneer je vervolgens aan de rechterkant van de pagina op ‘Tools’ klikt, kun je er voor kiezen om bij Gebruikersrechten te zoeken op Creative Commons-licenties. Vervolgens krijg je alleen afbeeldingen te zien die onder Creative Commons vallen. Vergeet niet om te controleren of je hem zelf nog mag aanpassen!


Op donderdag 10 december jl. organiseerde Canon het online evenement Kijk op Onderwijs | De campus van de toekomst. Paraginner Jeroen Bakker was hierbij aanwezig als spreker. 

In de sessie waarbij Jeroen aanwezig was, werd gesproken over een hybride toetsproces met behulp van Print en Scan. Wist je dat het met RemindoToets óók mogelijk is om toetsen op papier af te nemen?

Het maken van vragen en toetsen en het inplannen van een toetsmoment gebeurt altijd digitaal binnen RemindoToets. Vervolgens kan er gekozen worden of de toets geheel of gedeeltelijk online afgenomen moet worden of op papier. Met Print & Scan in RemindoToets maak je met één druk op de knop een papieren toets, waarna de vragenbladen, antwoordenbladen en correctiemodel uitgeprint kunnen worden. Na het maken van de toets kunnen de antwoordbladen met iedere scanner worden ingescand, waarna het nakijkproces weer digitaal plaatsvindt.

In de sessie Volledig digitaal toetsen, of toch een hybride toetsproces? lieten Peter Sampers (Canon) en Jeroen Bakker (Paragin) zien hoe een Print en Scan proces er uit kan zien, met gebruik van RemindoToets en ondersteuning van Canon bij o.a. het printen en scannen.
Je kunt deze sessie hier terug kijken.

Tijdens het Canon congres, was er tevens een sessie met Dr. Herman Kok, Ondernemer en wetenschapper: Facilitair in onderwijs anno 2032. Deze sessie kun je hier terugkijken.
Voor de sessie Maak de stap naar de public cloud voor printen en scannen door Peter Sampers (Canon), klik je hier.

Wil je gewoon de opname van het hele congres bekijken? Dat kan ook!


De coronacrisis belemmert ons om samen te komen, maar het werken en studeren gaat door. Komende tijd zullen we daarom nog veel bezig zijn met online samenwerken. Maar hoe kan je er als onderwijsaanbieder voor zorgen dat deze online samenwerking goed verloopt? De blog van de studie Onderwijswetenschappen (Universiteit Utrecht) heeft een aantal tips die er voor kunnen zorgen om samenwerkend leren voor studenten zo goed mogelijk te laten verlopen.

Groepsopdrachten

Bij het samenwerken hoort vaak een opdracht die studenten gezamenlijk moeten uitvoeren. Bij het opzetten van deze opdrachten moeten docenten met een aantal dingen rekening houden. Zo moet een groepsopdracht een zekere mate van complexiteit bevatten. Het moet wel nut hebben voor studenten om samen te werken aan een opdracht, want als deze te eenvoudig is, is er geen voordeel aan het samenwerken.

Het verdelen van taken en spreiden van inspanning zijn de belangrijkste elementen bij het werken in een groep. Er zijn ook onderdelen die je niet tegen komt wanneer je alleen zou werken. Denk bijvoorbeeld aan het op de hoogte blijven van elkaars werkzaamheden. Een goede groepsopdracht zorgt voor een zekere mate van afhankelijkheid van groepsgenoten, omdat je elkaar dan nodig hebt om de opdracht tot een goed einde te brengen.

Ondersteuning

Niet alleen het opzetten van een opdracht, maar ook de ondersteuning ervan is een essentieel onderdeel. Dit kan op verschillende manieren gedaan worden, waaronder:

  • Communicatiemogelijkheden verzorgen. Denk hierbij aan Zoom, Teams, Skype en andere middelen waarmee studenten kunnen overleggen.
  • Peerfeedback en -assessment. Groepsleden kunnen elkaar een beoordeling geven op het werk wat ze hebben gedaan, maar ook op hoe ze bijvoorbeeld de samenwerking ervaren. Studenten weten waarin hun medestudenten sterk zijn en wat de verbeterpunten zijn.
  • Ondersteuning van sociale interactie. Docenten kunnen studenten helpen door instructie en ondersteuning te geven over hoe zij met medestudenten moeten communiceren en samenwerken.

Dit laatste punt wordt in het blog ondersteund met een “matrix voor groepssamenwerking”, die hier te bekijken is. In de matrix staat een overzicht van verschillende onderdelen van samenwerking.

Samenwerking

Het is niet altijd makkelijk om een samenwerking soepel te laten verlopen, vanwege eventuele meningsverschillen en andere complicaties. De eerder genoemde matrix kan daarbij helpen. Deze bevat vier aandachtspunten en vier acties die betrekking hebben op het samenwerken. Bij elke combinatie van rij en kolom is een aantal vragen gezet die studenten elkaar kunnen stellen om de samenwerking te bevorderen.

Aandacht hebben voor dit onderdeel is belangrijk, maar wordt vaak achtergesteld omdat studenten gericht zijn op de opdracht zelf. Meer rekening houden met het onderhouden van de samenwerking is daarom sterk aan te raden.


Bron: http://onderwijskunde.blogspot.com/2020/04/online-samenwerkend-leren.html


Het ontwerpen van een les is geen gemakkelijke taak, zeker in deze tijd waar het onderwijs vaak online wordt opgezet. Het online aanbieden van informatie en onderwijs gaat daarnaast hand in hand met de inzet van verschillende soorten multimedia, zoals video’s. In die multimedia kan een personage of figuurtje gebruikt worden om het (online) leren te ondersteunen. Dit kan als vervanger dienen voor een docent die voor de studenten staat. Zo’n personage wordt ook wel een pedagogical agent (PA) genoemd.

Gebaren

De PA gebruikt gebaren om de informatie die via audio en/of video wordt gepresenteerd te koppelen aan andere onderdelen. Dit moet er toe leiden dat studenten door krijgen welke elementen van een presentatie belangrijk zijn en welke relaties onthouden moeten worden. Dit moet uiteindelijk leiden tot het verbeteren van prestaties.

Een PA moet aan een aantal eisen voldoen. Zo moet het niet te abstract zijn, want het is de bedoeling dat het als vervanger dient voor een ‘echte’ docent. Bepaalde elementen als gezichtsuitdrukkingen en bewegingen zijn nodig voor een goede werking, anders is het meer een afleiding dan een ondersteuning.

Onderzoek

In een recent onderzoek is gekeken naar de kennis die door studenten is opgenomen, bij vier condities.
Elke conditie had dezelfde PA, maar deze voerde bij elke conditie verschillende acties uit.
Bij conditie 1 werden er specifieke onderdelen van de instructie aangewezen, bijvoorbeeld een specifiek onderdeel van een diagram in de instructie. Conditie 2 bevatte algemene bewegingen in de richting van de instructie, maar niet zo specifiek als bij conditie 1. In conditie 3 bewoog de PA wel met de armen, echter niet in de richting van de betreffende informatie. Conditie 4 bevatte helemaal geen bewegingen.

De studenten namen meer kennis op van de instructie, wanneer de PA specifieke aanwijzingen gaf op het scherm. Ze hadden ook meer aandacht voor de les, wat werd gemeten door de oogbewegingen te analyseren. Bij het maken van een online les kan het daarom goed zijn om een pedagogical agent mee te nemen in het ontwerp. Deze helpt studenten om de aandacht erbij te houden en beter gericht te worden tijdens de online lessen.


Bron: Li, W., Wang, F., Mayer, R. E., & Liu, H. (2019). Getting the point: Which kinds of gestures by pedagogical agents improve multimedia learning? Journal of Educational Psychology, 111(8), 1382–1395.


Zuyd Hogeschool is een ambitieuze hogeschool met drie kernactiviteiten: onderwijs voor studenten, onderzoek voor bedrijven en instellingen en trainingen en opleidingen voor professionals. We spreken Roger Henssen (adviseur/kwaliteitscoördinator bij Zuyd Professional).

Even voorstellen…

Mijn naam is Roger Henssen, ik ben werkzaam als adviseur/kwaliteitscoördinator voor Zuyd Professional, een onderdeel van Zuyd Hogeschool. Ik hou mij bezig met de inrichting van omgevingen en ik ben veel in contact met Paragin om te overleggen of vragen en wensen door te geven. Ik ben als het ware de ‘superbeheerder’ binnen Zuyd Hogeschool.

Zuyd Hogeschool gebruikt MijnPortfolio al een aantal jaar middels een groot aantal omgevingen voor verschillende opleidingen, die eigen indelingen hebben. Daarnaast gebruiken wij RemindoToets voor het online toetsen. Onze medewerkers vinden de software van Paragin intuïtief en makkelijk te gebruiken.

Met welke vraag is Zuyd Hogeschool bij Paragin terecht gekomen?

In de eerste plaats was de vraag gericht op MijnPortfolio, dat we wilden inzetten voor het project “Aanpak Jeugdwerkeloosheid Zuid Limburg”. Wij gebruiken op dit moment MijnPortfolio voor het opleiden van studenten en professionals. Ook wordt het ingezet als HR instrument bij een aantal externe organisaties. Later hadden wij een specifieke wens voor een content managementsysteem (CMS) en een webshop. Paragin heeft ons destijds geholpen door een CMS te realiseren binnen MijnPortfolio, waarmee we vanuit MijnPortfolio alle cursus- en opleidingsinformatie op onze externe website helemaal kunnen beheren. De webshop is tot stand gekomen, omdat wij af wilden van contante geldstromen binnen Zuyd Hogeschool. Opleidingen zoals bijvoorbeeld fysiotherapie en verpleegkunde deden dit voor dingen als verkoop van verbandsets of excursies. Daarnaast gebruiken we de webshop voor het aanmelden en betalen van de cursussen en trainingen die door professionals worden afgenomen. Door de betalingen zo veel mogelijk online in te regelen is het een stuk veiliger en overzichtelijker. De aanbieder van een product (een academie of dienst) heeft daarbij de keuze tussen het online afrekenen of het verzenden van een factuur.

De API in de Zuydshop, zoals onze webshop heet, is daarbij gekoppeld aan ons interne CRM-systeem. De producten die verkocht worden komen zo in het overzicht te staan bij het Klant InformatieCentrum (KIC). Als een klant informatie wil opvragen over een aankoop, kan het KIC er dus ook bij. Verder zijn wij koppelingen aan het leggen met een aantal studieplatforms in Nederland. Wij willen ons aanbod rechtstreeks aan grote werkgevers kunnen tonen die gebruik maken van die platforms. Met de software van Paragin kunnen wij al die gewenste koppelingen maken.

Net als Paragin is Zuyd Hogeschool een organisatie die sterk gericht is op persoonlijke aandacht.

Zuyd Hogeschool beheert veel verschillende omgevingen. Hoe gaat dit precies in zijn werk?

Een klant bepaalt natuurlijk eerst zelf wat zij willen, maar wij proberen altijd de vraag achter de vraag duidelijk krijgen. Waarom willen zij bijvoorbeeld een portfolio systeem gaan gebruiken? Je ziet om die reden dat elke omgeving die wij beheren net wat verschillend is ingericht. Bij Zuyd Hogeschool zelf hadden wij eerst het idee om één omgeving in te richten voor alle opleidingen samen. We kwamen er al snel achter dat de wensen per opleiding zodanig verschillen dat op dit moment elke opleiding een eigen omgeving heeft. Dit is het fijne van MijnPortfolio; het is goed in te richten voor al die uiteenlopende eisen.

Bij het inzetten van een nieuwe portfolio-omgeving laten wij de beheerders, assessors, coaches en andere rollen eerst testen voordat de studenten er bij kunnen. Zo zijn we er zeker van dat elke medewerker het systeem kan proberen, waardoor ze weten hoe het werkt. We kunnen zo ook gemakkelijk alle onderdelen klaarzetten en testen.

En hoe gaan jullie om met vragen van een klant of medewerker?

Wanneer wij van een klant horen dat zij aanpassingen willen, kijken we eerst of wij dat zelf kunnen. Als dat niet kan, geven wij dit door aan Paragin. Dit wordt dan opgepakt of ingepland om in toekomst meegenomen te kunnen worden. Normaal gesproken gaat dit snel, daar zijn wij tevreden over. Onze klanten zijn over het algemeen ook erg tevreden en hebben weinig op te merken als wij de omgevingen eenmaal voor hen ingericht hebben.

Voor medewerkers geldt hetzelfde. Er zijn zo nu en dan vragen over bijvoorbeeld een wachtwoord instellen of bepaalde instellingen vinden, maar dat zijn zaken die wij zelf prima kunnen oplossen.

Wat zijn jouw ervaringen van de samenwerking met Paragin?

Ik ben zelf vanaf het begin al erg gecharmeerd van zowel de software als de beloftes van Paragin. Jullie hebben vanaf het begin gesteld dat jullie met Zuyd mee zouden groeien en dat is zeker gelukt. Het persoonlijke contact werkt erg goed en het toont de betrokkenheid vanuit Paragin, ik heb er niks negatief over op te merken!


Noordhoff levert complete leermiddelen en leeroplossingen voor de basisschool, het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de lerende professional. Hans Terpstra vertelt over de samenwerking met Paragin.

Even voorstellen!

Hans: Mijn functietitel bij Noordhoff is ‘Product Manager’. Ik houd mij bezig met het aanbieden van onze content in een digitale omgeving, ik ben daarom veel in contact met Paragin.

Wij zetten RemindoToets al een aantal jaar veel in bij het hoger onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo’s. We maken een onderscheid tussen oefentoetsen en toetsen die ingepland worden. De oefentoetsen worden gebruikt als ondersteuning bij lessen, de geplande toetsen zijn echt voor summatieve evaluatie bedoeld. In de professionele markt zijn wij onder andere bij de zorg betrokken, waar wij ook (oefen)toetsen aanbieden.

Hoe is Noordhoff met Paragin in contact gekomen?

Hans: Digitaal leren liep bij ons goed, wij hadden daar een eigen platform voor ontwikkeld. We wilden daarnaast ook toetsen gaan aanbieden, maar dit was voor ons zelf te ingewikkeld om te bouwen. Voornamelijk vanwege de statistieken die daarbij komen kijken en het opzetten van functionaliteiten als toetsmatrijzen zou dit erg complex worden. Vandaar dat Noordhoff op zoek ging naar een externe oplossing.

Het was van groot belang dat het nieuwe systeem stabiel zou zijn. Als een digitale leermethode tijdelijk niet werkt is dat een minder groot probleem dan wanneer een toetssysteem wegvalt. In eerste instantie hadden wij een ander systeem ingevoerd, voor RemindoToets. Hier miste echter de stabiliteit die wij zochten.

Vervolgens zijn er een aantal partijen uitgenodigd waar Paragin er een van was. Er werd een duidelijk verhaal gebracht, met daarbij de mogelijkheid om de bestaande vragenlijsten over te zetten. Dit was een goede service die snel werd uitgevoerd.

Jullie werken inmiddels vier jaar met Paragin samen. Ben je tevreden over de samenwerking?

Hans: Zeker! Als wij zelf met een verzoek bij Paragin komen gaat dit altijd in goed overleg. Omdat Paragin om de paar maanden met een release komt, weten wij wanneer een verzoek in behandeling wordt genomen. Een voorbeeld van zo’n verzoek kwam van docenten die van onze methoden gebruik maken. Wij bieden bij een methode per hoofdstuk een summatieve toets aan, maar soms wilden de docenten een toets die meerdere hoofdstukken bevat. Om de summatieve toetsen wat flexibeler te maken, vroegen de docenten ons of zij zelf toetsen konden gaan samenstellen. Wij hebben aan Paragin gevraagd om een aanpassing te doen, zodat docenten zelf de vragen kunnen kiezen en daar een toets van te maken. Dit bleek erg succesvol te zijn!

Ik ben zelf erg tevreden over onze samenwerking. Ik heb rond gevraagd bij de auteurs, editors en ontwikkelaars die zich daar volledig bij aansluiten. Het platform is veilig en stabiel, en voor ons dus erg betrouwbaar.

1 6 7 8 9 10 19