Tips bij meerkeuzevragen

Iedereen komt ze tegen: meerkeuzevragen. Op een eindtoets, tentamens of bij het theorie-examen voor je rijbewijs. In dit

Iedereen komt ze tegen: meerkeuzevragen. Op een eindtoets, tentamens of bij het theorie-examen voor je rijbewijs. In dit artikel vind je een stappenplan voor het benaderen van een meerkeuzevraag. Ben je bezig met het ontwikkelen van vragen? Bij elke stap staat een docententip zodat je vragen niet te makkelijk beantwoord kunnen worden.

Tip 1. Beantwoord de vraag voordat je de antwoorden leest

Vergeet natuurlijk niet om eerst de vraag goed door te lezen! Wanneer je dat hebt gedaan, kun je proberen om de vraag zelf  te beantwoorden zonder naar de antwoordopties te kijken. Als je zelf een antwoord hebt bedacht, kijk dan naar de te kiezen antwoorden. Staat je antwoord er tussen? Dat kan je helpen voor het geval je ook andere opties moet overwegen: je bent niet voor niets op je eerste antwoord uitgekomen.

Docententip!

Elke meerkeuzevraag moet vanzelfsprekend een correct antwoord hebben. Het is wel wenselijk dat alle alternatieve antwoordmogelijkheden plausibel zijn. Zo test je je studenten het beste. Studenten die de lesstof goed beheersen zullen er het juiste antwoord uit  halen en er kan minder makkelijk gegokt worden!

Tip 2.  Foute antwoordopties elimineren

Wanneer je nog geen antwoord in je hoofd hebt, controleer dan of je de andere opties stapsgewijs kunt elimineren. Als je de stof goed beheerst, weet je wat je kunt afstrepen. Dit zal bij de ene antwoordoptie makkelijk zijn dan bij de andere. Probeer zo ver mogelijk te komen, zodat je zo zeker als mogelijk kunt zijn van je uiteindelijke antwoord. Het helpt je daarnaast om tijd te besparen, omdat je niet alle opties telkens opnieuw hoeft te overwegen.

Docententip!

Er zijn bepaalde woorden die een foute antwoordoptie kunnen verraden. Denk bijvoorbeeld aan woorden die generaliserend van aard zijn, zoals ‘altijd’ of ‘nooit’, ‘iedereen’ of ‘niemand’. Er zijn niet veel contexten waarin deze woorden in alle gevallen juist zijn. Het maakt je antwoordopties sterker door meer genuanceerde woorden te gebruiken.

Tip 3. Vastgelopen? Ga naar de volgende vraag!

Als je digitale toets dit toelaat, sla dan gerust een vraag over als je er even niet uit komt. Het kan frustrerend zijn om vast te lopen en je daardoor je concentratie verliest. Wanneer je eerst de vragen beantwoordt die je wel zeker weet, kun je de overige tijd en energie steken in de uitdagingen.

Docententip!

Als je studenten door de hele toets kunnen navigeren, betekent dit dat ze uit verschillende vragen tegelijk informatie kunnen halen. Dit hoeft niet gelimiteerd te zijn aan de vragen; ook door antwoordopties te bekijken kan een student misschien genoeg informatie halen om net die ene vraag te kunnen beantwoorden. Het maakt de toets uiteindelijk betrouwbaarder. Het is daarom sterk aan te raden om de vragen naast elkaar te leggen en dit na te gaan.

Tip 4. Let op antwoorden die veel informatie bevatten.

Er wordt vaak gezegd dat het langste antwoord ook het juiste antwoord is. Dat komt omdat sommige antwoorden nou eenmaal meer uitleg nodig hebben en daarom meer informatie bevatten. Bij een examen wat goed is opgezet zal dit niet het geval zijn. Let er daarom op dat je niet in deze valkuil terecht komt. De kans groot is dat de docent ook van deze ‘truc’ af weet, zeker als ze dit artikel hebben gelezen!

Docententip!

In tip 2 las je dat je bepaalde woorden beter niet kunt gebruiken. Dit kan er voor zorgen dat je antwoorden wat langer uitvallen. Zoals hierboven is aangegeven weten studenten vaak dat langere antwoorden een grotere kans hebben om het juiste antwoord te zijn. Ze hoeven natuurlijk niet precies even lang te zijn, maar probeer een goede balans te vinden in informatie voor elk antwoord. Het valt op als er drie antwoorden met één regel tekst zijn, terwijl een ander antwoord vier regels bevat.