Het gevaar van reflectie

In bijna iedere opleiding komen ze voor: reflectie-opdrachten. In het hoger onderwijs wordt vaak verwacht dat studenten een

In bijna iedere opleiding komen ze voor: reflectie-opdrachten. In het hoger onderwijs wordt vaak verwacht dat studenten een verslag schrijven, waarin ze reflecteren op het product dat is opgeleverd en het proces dat hieraan voorafging. Maar ook in het basisonderwijs zie je reflectie terug, wanneer kinderen wordt gevraagd te kijken naar het gemaakte werk en zich af te vragen wat er beter kan. Veel studenten en leerlingen hebben er weerstand tegen en toch houden we er ons in het onderwijs vaak aan vast, omdat we graag willen zien dat er is nagedacht en geleerd tijdens het uitvoeren van de opdracht. Het effect van de reflectieopdrachten is echter niet groot en er zijn zelfs risico’s aan verbonden.

Reflecteren betekent ‘het nadenken over eigen functioneren, om dit te verbeteren’ (Luken, 2011). In de afgelopen tien jaar is het onderwijs zich steeds meer gaan richten op de vaardigheid van het reflecteren. Het is zelfs geformaliseerd, door het op te nemen in kwalificatiedossiers en andere regelgeving die bepalend zijn voor het curriculum.

Een aantal onderzoeken spreken van voorzichtig positieve resultaten over reflectie in het onderwijs. Zo laat onderzoek van Delany en Watkin (2009) zien, dat onder studenten fysiotherapie een intensief reflectieprogramma positief effect had op het vertrouwen dat ze hebben in hun ontwikkeling als therapeut. Het gaf hen een persoonlijk beeld van de rol die ze gaan uitvoeren in de medische wereld en het zorgde voor een persoonlijke band met hun medestudenten en docenten.

Helaas levert het reflecteren ook negatieve resultaten op, die laten zien dat het inzetten van reflectie-opdrachten goed doordacht moet worden.

  1. Bewust nadenken leidt tot slechtere keuzes

Een flink aantal experimenten laat zien, dat wanneer we bewust nadenken over bijvoorbeeld beoordelingen, dit leidt tot slechtere eindresultaten. Bewust nadenken is een klein deel naast heel veel onbewuste processen. Dijksterhuis (2008) legt in zijn boek uit dat we het beste veel kunnen overlaten aan het onbewuste. De onbewuste processen kunnen 200.000 keer zoveel informatie-eenheden verwerken als het bewuste. Het bewuste brein zoekt naar patronen en beperkt de werkelijkheid tot een aantal logische aspecten. Wanneer je studenten vraagt om te reflecteren op een handeling die ze net met grotendeels onbewuste processen hebben uitgevoerd, zullen ze dit in een reflectie reduceren tot een aantal chronologische stappen. Wat heeft zo’n reflectie dan voor zin? Het gevaar is dat studenten met het oog op de reflectie de gehele opdracht met het bewuste brein uitvoeren. Het resultaat is dan naar alle waarschijnlijkheid minder goed dan het had kunnen zijn.

  1. Reflecteren kan leiden tot piekeren en depressie

Volgens psychiater Christophe André (2009) komt het veel voor dat mensen denken te reflecteren, terwijl ze in feite aan het piekeren zijn. Ook Takano en Tanno (2009) laten zien dat reflecteren en piekeren veel samengaan. Het heeft te maken met de aanname, dat nadenken helpt tegen problemen. Mensen gaan dan te lang door met reflecteren en nadenken en eindigen daarmee in piekeren, waar ze in een beginstadium kunnen verkeren van een depressie. Reflecteren en piekeren gaan hand in hand, stellen Takano en Tanno, daarmee kun je je afvragen of het nuttig is om je vast te houden aan reflecteren in het onderwijs.

  1. Verminderd welzijn

Zelfreflectie is iets anders dan zelfinzicht (Grant, Franklin & Langford, 2002). Zelfreflectie gaat over inspectie en evaluatie van eigen gedachten, gevoelens en gedrag en het nadenken daarover. Zelfinzicht gaat over de helderheid van het begrip van eigen gedachten, gevoelens en gedrag. Volgens dit onderzoek hangen deze twee niet samen. Letten op jezelf en denken over jezelf leiden dus niet tot een beter begrip van jezelf. Het hebben van zelfinzicht leidt tot een positief effect op welzijn, maar zelfreflectie liet precies het tegenovergestelde zien.

Luken (2011) concludeert in zijn onderzoek dat het reflecteren in het onderwijs minder kan en beter moet. Beter kan het door eerst een goede basis te leggen bij studenten met betrekking tot het beter leren waarnemen en beschrijven. Daarna het evalueren en onderscheiden van eigen en andermans rol en van feiten en interpretatie. En pas daarna zaken als verschillende perspectieven hanteren, onderliggende aannames herkennen en inzien. Dat kost veel tijd. Luken geeft daarbij aan dat die tijd niet altijd beschikbaar is in het onderwijs. In dat geval kun je volgens Luken beter helemaal geen reflectieopdrachten meer aanbieden.

 

Bronnen:

Grant, A. M., Franklin, J., & Langford, P. (2002). The self-reflection and insight scale: A new measure of private self-consciousness. Social Behavior and Personality: an international journal, 30(8), 821-835.

Luken, T. (2011). Zin en onzin van reflectie. Supervisie en coaching, 28(4), 153-166.

Takano, K., & Tanno, Y. (2009). Self-rumination, self-reflection, and depression: Self-rumination counteracts the adaptive effect of self-reflection. Behaviour research and therapy, 47(3), 260-264.