Voor het ontwerpen van onderwijs bestaan veel verschillende methoden en manieren. Sommige zijn groot en uitgebreid, andere zijn juist simpel en klein opgezet. Maar wist je dat er een ontwerpmethode is die eigenlijk niet officieel bestaat?

Het zogeheten ADDIE-model is vooral in het onderwijs een bekend begrip. Het dient voor ontwerpers als houvast om een lesmethode op te zetten en te evalueren. Het bijzondere is dat dit model nooit door iemand is opgeschreven of gepubliceerd. Er is niet zoiets als ‘het’ ADDIE-model. Wat is het dan wel?

Het ADDIE-model kun je zien als een basis voor veel andere modellen, voor instructie-ontwerp. Het is zo bekend omdat het al zo’n 40 jaar mondeling wordt overgedragen. De fasen van het model zijn gedurende die tijd nagenoeg hetzelfde gebleven. Onderzoekers hebben er wel op voortgebouwd, waardoor meer gespecificeerde modellen naast het ADDIE-model zijn ontstaan.

Waar staat ‘ADDIE’ voor?

Elke letter van de afkorting staat voor een van de fasen in het cyclische proces van het ADDIE-model. Door dit proces te volgen kun je een lesmethode sterk onderbouwen en evalueren.

1. Analyse (analyseren)

Je begint met het uitvoeren van een aantal analyses. Zo verzamel je informatie over verschillende aspecten die je moet weten, omdat je instructie daar op aangepast zal moeten worden. Hierbij moet je denken aan:

  • het (onderliggende) probleem in kaart brengen
  • voor welke doelgroep je de instructie maakt en in welke context deze doelgroep zit
  • wat de behoeften zijn van zowel de doelgroep als de opdrachtgever
  • hoeveel kennis je al hebt over het betreffende onderwerp

2. Design (ontwerpen)

Als je tevreden bent over de analyse ga je ontwerpen. Je gaat aan de slag met het maken van de leerdoelen, de opzet van de lessen, welke media je nodig hebt, welk platform je gaat inzetten, enzovoorts. Aan het eind van deze fase moet je een duidelijk doel hebben met bijbehorende overeenstemming voor de vorm en inhoud van de instructie.

3. Development (ontwikkelen)

In deze fase ga je bezig met het daadwerkelijk maken van de instructie zoals die in de ontwerp-fase is bedacht. Tussendoor is het belangrijk om bezig de blijven met het testen van je producten, zie hiervoor ook de laatste ‘fase’.

4. Implementation (implementatie)

Bij het implementeren van de instructie ga je de ontwikkelde instructie gebruiken. Je kunt er hier voor kiezen om één of meerdere testen te doen voordat je het eindproduct inzet. In deze fase betrek je de instructeurs en de leerlingen of kandidaten erbij, zij kunnen namelijk belangrijke feedback geven. Daarnaast zouden zij goed door moeten hebben hoe ze met de instructie om moeten gaan. Denk bijvoorbeeld aan een docentenhandleiding met bijbehorende lesboeken voor leerlingen.

5. Evaluation (evaluatie)

Als laatste ‘fase’ ga je evalueren. Fase tussen aanhalingstekens, omdat het ADDIE-model voorschrijft dat je na elke fase evaluatie toepast. Dit zou ervoor moeten zorgen dat je tijdens het hele ontwerpproces nadenkt over hoe je het nog sterker kan verbeteren.

Er zijn twee manieren waarop je evalueren kunt aanpakken: formatieve en summatieve evaluatie.

  • Formatieve evaluatie vindt plaats gedurende het gehele stappenplan. Denk bij de analyse- en designfasen bijvoorbeeld aan een expert uit het betreffende domein, die informatie en feedback kan geven waarmee je de instructie kan verbeteren.
  • Summatieve evaluatie kan voor zowel ontwerpers als gebruikers nuttig zijn. Dit kan al met iets simpels als een toets of examen. De uitkomsten daarvan kunnen inzicht geven aan ontwerpers, omdat er duidelijk wordt in welke mate men de opgestelde leerdoelen beheerst. Aan de hand van die gegevens kunnen er weer aanpassingen worden gedaan als dat nodig is.

Deze fasen zijn een globale weergave van het ADDIE-model. Niet elke stap hoeft gevolgd te worden, maar het is wel van belang dat je je bewust bent van de fase waarin je als ontwerper zit. Probeer bij het ontwerpen van je instructie hier eens aan terug denken, misschien krijg je er nieuwe inzichten door!

Bron: Morrison, G. R., Ross, S. J., Morrison, J. R., & Kalman, H. K. (2019). Designing effective instruction. John Wiley & Sons.

Met de RemindoToets release van 27 september, is tevens de nieuwe kennisbank online gekomen. Vooralsnog bevat de kennisbank informatie over RemindoToets, maar deze zal de komende tijd uitgebreid worden met ook informatie over onze andere producten.

In RemindoToets kun je in de Kennisbank kijken door rechtsboven in je scherm te klikken op het informatiesymbool ( i ).

Nadat je de Kennisbank hebt geopend, kom je terecht op de algemene handleiding. Deze bevat de informatie die nodig is om met RemindoToets aan de slag te gaan. Gebruik hiervoor ook de zoekfunctie om zo snel een artikel te vinden over een bepaald onderwerp.

Je zult hier ook toelichtingen vinden voor de verschillende vraagtypen die in RemindoToets worden aangemaakt. Een nieuwe toevoeging hieraan is de werkbladvraag. Dit vraagtype komt met een uitgebreide handleiding met afbeeldingen en voorbeelden. Ben je benieuwd hoe dit vraagtype in elkaar zit? Kijk dan vooral op de bijbehorende pagina!

Als je de Kennisbank buiten RemindoToets om wil bekijken, is dat ook mogelijk.

We zullen bezig blijven om de Kennisbank zo goed mogelijk aan te vullen en te verbeteren. Heb je een tip, opmerking of verzoek? Laat het ons vooral weten!


Met de release van 27 september is er een nieuwe vraagsoort toegevoegd aan RemindoToets: de werkbladvraag. Met dit vraagtype zijn er nieuwe mogelijkheden beschikbaar in RemindoToets, zoals het aanmaken van een werkblad en het instellen van antwoordlijsten. Dit kan heel handig zijn voor het aanmaken van vragen waarin een kandidaat een balans moet opmaken, maar denk bijvoorbeeld ook aan het vervoegen van woorden.

In dit artikel vind je een kort overzicht van wat de werkbladvraag precies kan toetsen, hoe je lijsten maakt en op welke manier je een antwoordmodel opzet. Een gedetailleerde handleiding kun je hier vinden, in de nieuwe Kennisbank.

De werkbladvraag

Als auteur kun je een werkbladvraag helemaal instellen zoals je zelf wilt. Je kunt cellen vullen met tekst, ze samenvoegen met andere cellen en de randen arceren. Er is een speciale instelling voor een cel die aangeeft dat een kandidaat zelf een antwoord moet invullen. Als ontwerper van een vraag heb je de mogelijkheid om aan te geven waar de kandidaat dit moet doen.

Op de afbeelding hierboven is dit te zien. De knop “Sta kandidaat-invoer toe” markeert een cel met een lichtgele kleur, wat duidelijk maakt dat hier een antwoord ingevuld kan worden.

Het invullen van een antwoord hangt af van de instellingen van een cel. Dit kan tekst zijn, maar ook een getal of bedrag.

Stel, je wilt dat de kandidaat een bedrag invult, selecteer dan het euro teken () om de ingevoerde gegevens als bedrag te behandelen. Als in die cel een getal wordt ingevoerd, zal er automatisch een euroteken voor komen te staan. Het zorgt er ook voor dat wanneer een kandidaat hier tekst invult, deze automatisch wordt weggehaald. Als ontwerper kun je zo de controle houden over hoe jouw vraag beantwoord moet worden.

Je kunt ook kiezen voor een opzoeklijst als antwoordmogelijkheid.

Lijsten

Met een opzoeklijst geef je een kandidaat de mogelijkheid om uit een aantal opties te kiezen. Er zijn twee belangrijke functies voor het inschakelen van een opzoeklijst, die je kunt zien in de onderstaande afbeelding:

 

 

  1. Hiermee behandel je de cel als opzoeklijst, welke door de ontwerper wordt ingesteld. Dit betekent dat een kandidaat de betreffende lijst te zien krijgt wanneer op de cel wordt geklikt. Hier stel je ook in welke gegevens uit de lijst worden gepresenteerd na een selectie door de kandidaat.
  2. Met deze functie maak je een lijst aan. In een lijst kun je antwoorden invoeren waar een kandidaat uit kan kiezen. Je kunt hier ook antwoorden maken die verschillende kolommen achter elkaar invullen. Je kunt de lijst een naam geven, je kunt de kolom waarin de antwoorden staan een naam geven en deze in- of uitschakelen voor een opzoeklijst.

Hier rechts zie je een voorbeeld van een lijst. De lijst in het voorbeeld kan worden gebruikt voor het opmaken van een balans, waarbij de kandidaat de juiste antwoorden op de bijbehorende plek op het werkblad moet invullen.

Alleen kolom 1 zal worden getoond in de opzoeklijst, waarbij je als ontwerpen kan beslissen of kolom 2 op het werkblad zal verschijnen.

 

Antwoordmodel

Het antwoordmodel is voor de werkbladvraag uitgebreider dan voor andere vraagtypen. Je kunt rekening houden met combinaties van antwoorden en je kunt de kandidaat meer vrijheid geven door antwoorden binnen een bepaald bereik goed te keuren.

In het antwoordmodel hiernaast is het vervoegen van het werkwoord ‘lopen’ als voorbeeld genomen.

Het antwoordmodel zal in de cellen A2 t/m B7 zoeken naar de combinatie van kolom A en kolom B. “Ik loop” wordt in dit geval goedgekeurd. “Ik lopen” wordt als fout gemarkeerd, omdat deze combinatie niet in het antwoordmodel staat.


Wil je graag weten hoe al deze schermen er precies uit zien in RemindoToets? Probeer vooral eens een werkbladvraag te maken in je eigen RemindoToets-omgeving.

Ben je op zoek naar een uitgebreidere handleiding voor de werkbladvraag met een aantal voorbeelden? Kijk dan eens in de nieuwe Kennisbank!