Gezakt bij 55%

Bij 55% van de punten krijg je een 5,5. Het is zo gebruikelijk dat er nog zelden over

Bij 55% van de punten krijg je een 5,5. Het is zo gebruikelijk dat er nog zelden over nagedacht wordt. Als je er wél over nadenkt, kom je er al snel achter dat ook anders kan. Tijdens het Paragin event op 28 november werd het de aanwezige deelnemers duidelijk dat cesuur bepalen een zorgvuldige kwestie is.

Cesuur geeft de grens weer tussen zakken en slagen. Bij veel scholen is het gebruikelijk om hiervoor een vaste cesuurgrens te benoemen. Bijvoorbeeld: de cesuur ligt bij onze theorie-examens altijd op 55%. Het is vreemd dat daar niet zorgvuldiger naar gekeken wordt. Bij een dergelijke keuze ga je er van uit dat ieder toetsinstrument van dezelfde zwaarte is en dus gelijk gewogen moet worden.

Een voorbeeld: wanneer je een persoon op één moment 5 keer op verschillende weegschalen plaatst, kom je tot het volgende resultaat: 83,5 kilo, 84 kilo, 84,2 kilo, 84,7 kilo en 86,1 kilo. Volgens de lengte van de persoon is 84,5 kilo een gezond gewicht. Dat betekent dat hij volgens drie weegschalen een gezond gewicht heeft en volgens twee weegschalen te zwaar is. De weegschalen geven verschillende gewichten aan, maar de persoon is niet in gewicht toe- of afgenomen. Hoe kun je nu zeggen: hij is gezond of te zwaar?

Bij het afnemen van een toets doe je ditzelfde. Je laat de student een toets maken en het resultaat (gewicht) bepaald of hij is geslaagd (gezond) of gezakt (te zwaar). Wanneer hij gezakt is, mag hij een herkansing doen. Hiervoor gebruik je een andere toets (weegschaal). Onterecht ga je er dan van uit in deze situaties dat de weegschalen geijkt zijn. Dat is niet het geval (ze geven niet voor niets verschillende scores). Je zult dus met het vaststellen van de cesuur rekening moeten houden met het instrument. Je past dan een cesuurmethode toe.

Drie typen cesuurmethodes

Er zijn drie typen cesuurmethoden:

  1. De absolute cesuurmethode

Dit is de meest gebruikelijke methode bij summatieve toetsen. De cesuurgrens wordt in deze methoden voorafgaand aan de afname vastgelegd. Je moet minimaal zoveel punten scoren voor een voldoende. De intuïtieve methode, waarbij gekozen wordt voor 55% van het maximumaantal punten is dus een vorm van absolute cesuur. Meer inhoudelijke methoden zijn: de Angoff methode en de Nedelsky methode.

  1. De relatieve cesuurmethode

In deze methoden kies je het cesuurpunt pas na afloop van de toetsafname en baseer je de cesuur op basis van de resultaten. Deze methode kies je bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een toelatingstoets en de 30 best-scorende kandidaten wilt toelaten.

  1. De compromis-methode

Bij het bepalen van absolute cesuur moet je behoorlijk zeker zijn van de kwaliteit van de toets en jouw inschatting over de zwaarte. Relatief cesuur bepalen heeft als nadeel dat het beïnvloed wordt door het niveau van de groep. Een compromis-methode maakt gebruik van voordelen van beide cesuurmethoden. Je stelt de cesuur vooraf op een absolute wijze vast en stelt de cesuurgrens achteraf bij op basis van de resultaten. Een voorbeeld van de compromis-methode is de methode Cohen-Schotanus.

Het kiezen van een cesuurmethode doe je door te kijken naar het doel van de toets. Dat betekent dat binnen één school verschillende cesuurmethoden toegepast kunnen worden.

In dit document hebben we beschreven hoe de verschillende cesuurmethoden toegepast kunnen worden in RemindoToets.