Kinderen, jongeren en volwassenen; bij iedere generatie is hij populair, gaat hij overal mee naar toe en is men vaak niet meer zonder hem te zien: de mobiele telefoon!
Het mobieltje gaat vaak ook mee naar school, of dit nou het basisonderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs of volwassenenonderwijs is.

Sommigen zijn van mening dat een mobiel niet samengaat met leren en deze dus verboden moet worden op school. Een mobiel zou voor afleiding van het leerproces zorgen en de telefoon kan bovendien gebruikt worden voor online roddelen en cyberpesten.
Maar is het totaal verbieden van het gebruik van een mobiele telefoon op school dan dé oplossing voor de bovenstaande problemen?

Het antwoord hierop lijkt ‘nee’. Ook een laptop of tablet, die steeds vaker ingezet wordt in het onderwijs, kan worden gebruikt voor het maken van foto’s filmpjes en ongewenste online activiteiten. Ook lijkt het niet zo te zijn dat het thuislaten van een mobiel ervoor zorgt dat studenten niet meer afgeleid zijn. Uit onderzoek van Moeller (2012), bleek dat studenten die voor 24 uur vrijwillig hun telefoon thuis lieten, gevoelens ervaarden van stress en eenzaamheid. Bovendien waren hun gedachten onopzettelijk bij de berichtjes die ze zouden willen schrijven en belangrijke telefoontjes die ze zouden kunnen missen.
Naast deze onopzettelijke afleiding, toont onderzoek van Drozdenko (2012) aan, dat studenten ook opzettelijk naar andere afleiding gaan zoeken, wanneer ze hun mobiel niet bij zich mogen hebben én de lesstof te moeilijk is.
Als verbieden niet het gewenste effect heeft, kunnen we dan juist iets positiefs uit het gebruik van de mobiele telefoon halen?

We leven in een tijd waarin de leef- en leerwereld van mensen steeds digitaler wordt en de student meer centraal komt te staan. Om onderwijs aan te laten sluiten bij de behoeften en interesses van de student, kan een mobiel wellicht juist een toevoeging bieden. Als docent kun je online extra materiaal aanbieden naar behoefte van de student. Video’s, links naar interessante informatie, opdrachten en tips kunnen beschikbaar gemaakt worden, om voor extra uitdaging en informatie te zorgen.
Wanneer je wilt dat de interesse wordt gewekt voor actieve kennisverwerving, kun je de student ook stimuleren op de mobiel extra materialen op internet te vinden. Video’s en afbeeldingen zijn natuurlijk veel aantrekkelijker dan droge stof. Geef de studenten een interessant onderwerp en waar nodig extra sturing en laat ze hier zelf, of samen met anderen, meer over te weten komen met behulp van de telefoon. Denk bijvoorbeeld aan het lesthema ‘De eetbare natuur’, met de opdracht om er achter te komen wat wel en niet eetbaar is in de natuur, door actief in de natuur te zoeken naar eetbare en niet eetbare dingen, waarvan foto’s gemaakt kunnen worden met de telefoon en eventueel meer informatie opgezocht kan worden.

In combinatie met een duidelijk beleid met betrekking tot het smartphonegebruik op school, zouden er van de voordelen gebruikt gemaakt kunnen worden en worden de nadelen beperkt. Met een duidelijk beleid weten de studenten waarom specifieke regels er zijn en kunnen zij als ‘smartphone experts’ ideeën inbrengen om ermee te leren. De kans op naleving van het beleid wordt hierdoor ook vergroot.

 

Bronnen:
Drozdenko, R., Tesch, F., & Coelho, D. (2012). Learning styles and classroom distraction: A comparison of undergraduate and graduate students. Proceedings of the 19th ASBBS Annual Conference, 19(1), 268-277
Moeller, S., Powers, E. & Roberts, J. (2012). The world unplugged and 24 hours without media: Media literacy to develop self-awareness regarding media. Communicator, 20(39), 45-52. doi:103916/c39-2012-02-04


Examen doen is voor iedereen spannend. Het scheelt dan al enorm, wanneer je je geen zorgen hoeft te maken om files, je niet hoeft te reizen naar een onbekende locatie en je vriendelijk en professioneel ontvangen wordt voor je examen.
Bij Hoffelijk financieel wordt hiervoor de Examenbus ingezet!

Om financieel adviseurs te ontzorgen bij het afleggen van hun Wft-examens, startte Hoffelijk Financieel in 2015 met de Examenbus. Een luxe touringcar, ingericht met twintig examenplekken die voldoen aan de (wettelijke) eisen van diverse examenstelsels en die voorzien is van airco, een stabiele en beveiligde internetverbinding, een rolstoellift en schermen tegen zonlicht en afleiding van buiten. De chauffeurs zijn tevens gecertificeerd toezichthouders en verzorgen het afnemen van het examen tot in de puntjes.

Inmiddels doet de Examenbus ook dienst buiten de financiële sector. Er staan zowel vaste als wisselende locaties op de dienstregeling en er worden toetsen afgenomen onder andere met RemindoToets.

Nieuwsgierig naar hoe examineren in de Examenbus er uitziet? Kijk hieronder voor een mooie impressie!


Toetsen analyseren is een hele uitdaging. In RemindoToets zijn allerlei analyse-gegevens zichtbaar, die informatie geven over de kwaliteit van de afgenomen toetsvragen en toetsen. Maar wat zegt nou een P-, a-, rir– of rar-waarde, de Cronbachs alfa of de frequentieverdeling?

Daarom hebben we in de training van oktober aandacht besteed aan Toetsanalyse in RemindoToets. Samen met de deelnemers van de training is op basis van een casus een toetsanalyse uitgevoerd. Dat was nog niet eenvoudig, maar we kwamen eruit.

Dit waren enkele van de reacties van de deelnemers:

De training is een mooi begin om zelf met toetsanalyse aan de slag te gaan.

De training is een goede basis voor betere toetsanalyse, nu het geleerde in de praktijk brengen.

Was leuk!

Wil je meer weten over toetsanalyse? Kijk dan eens bij eerdere artikelen over dit onderwerp: ‘Rara, wat moet je met de rar-waarde‘ en ‘Toetsanalyse in RemindoToets‘. Wil je ook eens aanwezig zijn bij een training? Houd dan onze events goed in de gaten en schrijf je in voor de Paragin Update.

Neem contact met ons op wanneer je meer vragen hebt over dit onderwerp.

 


Het opstellen van concrete leerdoelen is niet altijd even makkelijk. Om onze klanten hiervoor handvatten te bieden, organiseerden we 27 september een training.

Waarom is het zo belangrijk goed af te kaderen wat het instructieprobleem of de behoefte is én of instructie daadwerkelijk de oplossing is? Op welke manier breng je precies in beeld wat een lerende hiervoor moet kunnen en kennen? En hoe stel je vervolgens de leerdoelen zo concreet mogelijk op?

Aan de hand van theorie, casussen, interessante discussies en opdrachten hebben de deelnemers de kennis en vaardigheden eigen gemaakt.

De training werd afgesloten met een drankje en een hapje. “Ik heb meer inzicht gekregen in de stappen tot het komen tot een concreet leerdoel”, “Leerzaam en goede interactie” en “Ik kan het gaan toepassen in mijn werkzaamheden” waren enkele reacties.


Je biedt zelden één examenpoging aan. Vaak zijn er één of meerdere herkansingsmogelijkheden nodig om de grote groep kandidaten door een toetsprogramma te helpen. Wat is nu het effect van die herkansingen?

Soms zijn er examenkandidaten die echt wel de kennis, vaardigheid en mogelijkheden hebben om te kunnen slagen voor een toets, maar toch zakken. Soms met alle gevolgen van dien (niet overgaan, geen diploma, enzovoorts). Dit worden fout-negatieve beslissingen genoemd. Zij zijn dan onterecht gezakt.

Andersom geldt hetzelfde: er zijn examenkandidaten die de kennis, de vaardigheid en de mogelijkheden missen die nodig zijn om te kunnen slagen voor de toets, maar toch slagen. Dit worden fout-positieve beslissingen genoemd. Misschien nog wel erger dan de eerste groep, want deze groep is onterecht geslaagd.

Het is belangrijk om hier als toetsontwikkelaars bij stil te staan, omdat je de fout-negatieve en fout-positieve beslissingen vaak niet kan opsporen. Als dat wel zo was, dan had je dat al gedaan en gecorrigeerd.

De meeste onderwijs- en exameninstellingen staan kandidaten toe om toetsen te herkansen, wanneer ze hier niet bij de eerste poging voor slagen. Onder andere Millman (1989) heeft in een onderzoek aangetoond wat het effect is van herkansingen en concludeert: hoe meer herkansingen toegestaan zijn, hoe groter de kans op fout-positieve beslissingen

Dus hoe meer herkansingen, hoe meer kandidaten onterecht slagen. Dit wordt aangetoond in de onderstaande figuur.

Figuur 1 Bron: Millman

Voor deze toets is een beheersingsniveau van 70% vereist. In de verschillende lijnen zie je aantallen kandidaten met verschillende beheersingsniveau ’s. Daarvan zie je dat de lijn van 70% en 75% beheersing (dus de geschikte kandidaten) niet allemaal de toets halen in de eerste poging (dat zijn dus fout-negatieve beslissingen). Maar vooral de lijn van de kandidaten waarvan het beheersingsniveau onder de maat is (60% en 65%) is erg interessant. Deze stijgt bij de 65% groep bijvoorbeeld aanzienlijk per poging. En zie je bijvoorbeeld bij poging 10 dat maar liefst 80% van deze groep toch het examen haalt.

Je kunt dit helaas niet volledig voorkomen. Je wilt ten slotte wel een herkansing aanbieden, omdat (zo laat de grafiek ook zien) er een hele groep geschikte kandidaten het examen niet haalt tijdens de eerste poging, maar het is wel belangrijk om het aantal herkansingen goed te overwegen.

Er valt iets voor te zeggen om het aantal herkansingen te beperken. Als je het alleen zou baseren op de grafiek van Millman, zou je misschien al na de tweede poging een andere toetsvorm moeten inzetten. Dan worden de fout-positieve beslissingen groter dan de fout-negatieve beslissingen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met het doel van de toets. Gaat het om een formatieve toets of om een summatieve toets in een rijk toetsprogramma, dan is het misschien minder belangrijk. Ook speelt de doelgroep mee: gaat het bijvoorbeeld om een examen voor artsen of verpleegkundigen? Dan is het misschien slimmer om al na één examenpoging een andere toetsvorm in te zetten.

Bronnen:

  • Cizek, G. & Bunch, M. (2007). Standard Setting. Thousand Oaks: Sage Publications
  • Millman, J. (1989). If at first you don’t success: Setting passing scores when more than one attempt is permitted. Educational Researcher, 18(6), 5-9

 

 

 


Hoe richt je een digitale leeromgeving in voor speciaal- en praktijkonderwijs?

Wanneer je gebruik maakt van papieren studiemappen, word je bijna vreemd aangekeken. Tegenwoordig is het online leren meer standaard dan uitzondering. Maar wat moet je doen als jouw groep studenten digitaal niet vaardig is en je wilt toch met een digitale leeromgeving aan de slag? Calibris Advies stond precies voor deze uitdaging en wist met RemindoContent hele handige keuzes te maken. We vroegen Marieke Heijkoop (adviseur van Calibris Advies) om de belangrijkste tips.

Het gebeurt zelden dat er wordt gevraagd om binnen RemindoContent zoveel mogelijk functies uit te zetten, waardoor er zo min mogelijk knoppen overblijven. Voor de opleiding WoonHulp stelde Calibris Advies precies deze vraag. De opleiding WoonHulp wordt ingezet binnen PrO- (PraktijkOnderwijs) en VSO-scholen (Voortgezet Speciaal Onderwijs) en is daarnaast geschikt voor cliënten van GHZ instellingen (Gehandicaptenzorg). Tijdens de opleiding worden de studenten voorbereid op het uitvoeren van eenvoudige, routinematige werkzaamheden in de woonomgeving van een GHZ instelling of de Ouderzorg. De functie WoonHulp past hiermee binnen de banenafspraak voor een ‘inclusieve arbeidsmarkt’ (de afspraak van werkgevers om werkplekken te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking).

De opleiding bestaat enkele jaren, maar wordt sinds kort digitaal aangeboden in RemindoContent. Calibris Advies koos er bewust voor om deze studenten een digitale leeromgeving aan te bieden.
Marieke Heijkoop, adviseur van Calibris Advies, vertelt: “Het is de tijd om meer online te doen. Ook van onze studenten wordt steeds meer online gevraagd. Dan kun je ze niet weghouden bij de computer en biedt dit juist alle kansen om ook digitale vaardigheden aan te leren. Maar dat moet natuurlijk niet in de weg staan van het diploma WoonHulp, waardoor we heel vaak hebben stilgestaan bij de inrichting van deze omgeving. Hoe krijgen we die zo simpel mogelijk. Dat is nu goed gelukt.”

Marieke deelt met ons haar belangrijkste tips:

  1. Zet alleen aan wat echt gebruikt wordt

Het is heel verleidelijk om alle functies van een platform te gebruiken, maar daar helpen we de studenten niet bij. Denk goed na over wat echt gebruikt gaat worden. Probeer zoveel mogelijk functies weg te laten en dat geldt ook voor plaatjes. Houd het simpel.

  1. Voorlezen

Je kunt in RemindoContent een voorleesfunctie gebruiken. Dan worden alle teksten voor de studenten voorgelezen. Voor ons was dat heel belangrijk, omdat hiermee mensen die moeite hebben met lezen en schrijven ook de mogelijkheid krijgen om de opleiding te volgen.

  1. Icoontjes

Gebruik niet teveel afbeeldingen, maar wat wel werkt zijn icoontjes. Wij gebruiken in onze opleiding 9 icoontjes. Die geven aan wat de bedoeling is van de opdracht. Zo is er een icoontje voor het lezen, opschrijven, voor het bekijken van een film en voor het bespreken met je klasgenoten. Het helpt de doelgroep enorm. Ook al staat er: ‘bespreek dit met je klasgenoot’, dan kunnen sommigen zich toch afvragen of ze het moeten opschrijven. De icoontjes helpen ze hierbij.

  1. Ga het doen!

Mijn belangrijkste tip is: ga het doen! Probeer het op z’n minst. Je kunt van tevoren niet met zekerheid zeggen dat jouw doelgroep niet digitaal kan leren. Soms onderschatten we mensen ook. Wanneer je kunt werken met Facebook, Instagram en Twitter, dan kun je dit ook!

“Voor ons was het belangrijk dat studenten op hun eigen tempo kunnen leren, wanneer ze maar willen, dat is nu gelukt. Daar zijn we heel blij mee,” zegt Marieke.


In november 2015 behaalde Paragin haar ISO 27001 certificering. Na 3 jaar was het tijd voor de her-certificering door LRQA/Lloyd’s. We zijn trots op het positieve resultaat na de tweedaagse audit en de hernieuwde certificering van Paragin!

ISO 27001 is de internationale norm voor informatiebeveiliging en dé standaard voor het opzetten en implementeren van het ISMS (Security Management System). Dit beschrijft hoe informatiebeveiliging procesmatig kan worden ingericht, door middel van IT onderdelen, standaard procedures en bedrijfsrichtlijnen.

Veel organisaties en mensen vertrouwen op Paragin voor een veilige opslag van hun gegevens en data. Dat is niet iets dat we ‘zomaar’ op ons nemen. Veiligheid, betrouwbaarheid en beveiliging zijn belangrijke begrippen in onze organisatie, waar wij dagelijks zeer bewust mee omgaan. Zo zorgen wij dat we een betrouwbare partner zijn voor onze klanten, partners en gebruikers.

Paragin is sinds oktober 2015 door Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA) gecertificeerd volgens de nieuwste internationale normering voor informatiebeveiliging en -management, ISO 27001:2013. Op het gebied van informatiebeveiliging is Paragin gecertificeerd voor alle beheerde technische bedrijfsmiddelen en alle softwareproducten die wij aanbieden. Dit biedt gebruikers van onze software:

  • Veiligheid van informatie en data op de Private Cloud van Paragin, waarbij alle data strikt in de Europese Economische Regio opgeslagen wordt;
  • Zekerheid over het voldoen aan wet- en regelgeving omtrent informatiebeveiliging en privacy, zowel nu als in de toekomst;
  • Een sterk technisch fundament op basis van best practices, regelmatig getest door onafhankelijke organisaties middels security- en penetratietesten;
  • Uitsluitend geautoriseerde toegang tot data, zowel fysiek als online;
  • Doorlopende monitoring en verbetering van processen en procedures.

Tijdens de tweedaagse audit op 1 en 2 oktober jl. zijn geen afwijkingen geconstateerd, waardoor de auditors een positief advies zullen uitbrengen met betrekking tot vernieuwing van het certificaat!

Wil je meer weten over onze ISO 27001 certificering? Kijk dan op onze website, of neem contact met ons op!